"Er is altijd wel iemand in de zaal die die vraag stelt", zegt José Padilha na afloop van het zaalgesprek naar aanleiding van Os Carvoeiros (The Charcoal People). De vraag was een nogal kritische: Waarom hebben de makers niet de kans gegrepen om een echt goed portret te maken van de houtskoolbranders in Brazilië?
Een andere, verwante vraag zal Padilha ook niet voor het eerst gehoord hebben. Gaat de film nu over de mensen of over het milieu? Os Carvoeiros, geproduceerd en geschreven door de Braziliaan Padilha en geregisseerd door de Brit Nigel Noble, is de filmische uitwerking van een fotoserie van fotograaf Marcos Prado. Hij bezocht de bosrijke binnenlanden van Brazilië, waar de eucalyptusboom massaal gekapt wordt en opgestookt tot houtskool, dat als toevoeging bij de bereiding van staal dient. Een gebied zo groot als Frankrijk is al ontbost en de kappers rukken op naar het Amazone-gebied.
"Toen ik er voor het eerst kwam, wist ik niet wat ik zag", zegt Noble. "Dit werk wordt nog net zo verricht als in 1830, toen het proces van staalmaken werd uitgevonden . Toen ik er wegging, leek het wel 2050 en had ik het gevoel midden in een Mad Max-film te zitten." Behalve primitief is het werk zwaar, smerig en onderbetaald . De in mootjes gehakte bomen worden opgestapeld in met de hand gemetselde ovens , model iglo. De brand gaat erin en het hout verbrandt bij hoge temperatuur. Wat overblijft is houtskool, dat in grote zakken wordt vergaard en afgevoerd.
De film portretteert een aantal arbeiders, te beginnen met een man van 76, die zijn gehele leven al door Brazilië trekt als houtskoolbrander. De laatste in de film is zeventien. Zijn vader deed dit werk, dus hij ook. De houtskoolbranders zijn zich er van bewust dat ze het bos vernietigen, maar wat moeten ze anders? Ze moeten overleven. We zien de mannen aan het werk, krijgen een idee van de omvang van de vernietiging van het bos en worden bekropen door het wanhopige gevoel dat er niets aan te veranderen valt.
Educatieprojecten voor de kinderen van de arbeiders lopen op niets uit omdat de gezinnen migreren zodra er weer een bos opgestookt is. De uitbuiting van de arbeiders en het gebrek aan sociale zekerheid is hemeltergend. De verdiensten zijn schandalig laag. Een jonge jongen verdient één dollar voor het met de hand aansmeren van een oven. Per dag kan hij er twee doen. En de staalindustrie blijft koolstof nodig hebben.
Gaat de film over de mensen of over het milieu, blijft de vraag. Noble zegt : over de mensen, over ons. Maar Os Carvoeiros heeft een sterke educatieve, om niet te zeggen pamflettistische inslag. Dat maakt de film misschien wel belangwekkender, maar niet echt boeiender. Na tien minuten is het probleem neergezet, ook door middel van teksten vol verontrusting, en werkt Noble nogal plichtmatig dit menselijk drama van kapitalisme en overleving af.
Os
Carvoeiros
Brazilië/ VS, 1999, 67 min.
Huib Stam