In een volle rokerige zaal, waar mensen in- en uitlopen, dansen of door de luide muziek heen proberen te praten, staat een enkeling stil en kijkt naar het doek. Er draait een film, of meerdere. Zoveel verschillende beelden en scènes trekken voorbij, in kleur en zwart-wit: meisjes, mannen, vrouwen, in klaslokalen , benauwde ruimtes en landschappen - kalm en dan weer in snelle opeenvolging. Er lijkt geen touw aan vast te knopen. Waar is het begonnen? Waar draait het op uit? Maar het is prachtig. Na een paar uren lijkt het alsof je hal lucineert.
De Deense makers Lemmerz en Kvium hebben geprobeerd Finne gans Wake van James Joyce te 'ver talen' in beeld. De anti-(of hyper)narratieve roman van Joyce lokte een non-lineaire film uit, acht uur digitaal materiaal waaraan jaren is gewerkt. Hij beleefde zijn Nederlandse première dit jaar tijdens het World Wide Video Festival. De film is zonder geluid opgenomen en werd die avond begeleid door tien dj's onder leiding van een dirigent. Behalve als live performance kent het project ook een versie op het web. Je kunt de hele film of delen ervan down loaden en ermee doen wat je wilt.
Film als totaalervaring, multi-me diaspektakel, nonlineair en on line: die kant gaat het uit voor de twee Denen die sinds The Wake geen ënormale' film meer kunnen maken of uitzitten. Er zijn er meer die er zo over denken. Zij zijn ervan overtuigd dat de toekomst van het bewegend beeld vooral buiten de bioscopen ligt. Ook in Rotterdam zijn onder de noemer Exploding Cinema weer projecten te zien die zijn afgedreven van 'de' film. Ze vormen een festival op zich. Op 'kunstplekken' als Witte de With, in musea, schouwburgzalen en op internet tref je installaties, crosso ver-evenementen en netkunst aan.
Bij Exploding Cinema vind je geen afgesloten donkere ruimtes met een doek aan de muur en stoelen ervoor. In Boijmans Van Beuningen bijvoorbeeld is er Cinema Without Walls, met film- installaties van twaalf kunstenaars.
Pierre Bismuth is een van hen. Bismuth kom je vaker tegen als het gaat om aan film gelieerde kunst. Een bekend werk van hem doet op het eerste gezicht denken aan een tekening van een hyperactieve kleuter op een schoolbord. Maar Bismuth verklapte een keer tijdens een lezing dat het de rechterhand van Marlene Dietrich is geweest. Haar handbewegingen gedurende een bepaalde scène zette hij om in witte lijnen. Hij liet haar rechterhand 'tekenen' en zo ontstond uiteindelijk die wirwar, met daaronder de handtekening van Dietrich in spiegelbeeld, alsof zij er werkelijk achter zat. Het is een ernstig spel dat Bismuth speelt, maar hij gaat daarin zo ver dat het je niet lukt in het beeld zelf het verband met film te zien - daarvoor is het te zeer een concept.
Anders is het werk van Gilian Wearing, in diezelfde tentoonstelling. Zij portretteerde ooit een politiekorps. Het ziet eruit als een dia, een groepsfoto. Totdat je af en toe de geringste beweging waarneemt. Zie je hen wachten tot de fotograaf schiet? Na een minuut of tien komt het beeld in beweging: ze maken zich los uit de poserende houding. Sommigen gooien hun pet in de lucht, iedereen lacht en is opgelucht. Als de film al bijna is afgelopen, wordt de foto een film.
De film die bijna is afgelopen, zo kun je de stand van de cinema zien. Film is niet meer film alleen , maar ook video, ook digitaal, in allerlei vormen op uiteenlopende plekken. Sommigen gooien opgelucht met hun pet. Film werd ooit wel gezien als een luchtige band tussen de kunst en het publiek, als een spektakel van illusies en als entertain ment. De grens tussen kunst en en tertainment of die tussen film en kunst is ondertussen niet meer scherp te stellen.
Op festivals wordt duidelijk dat sommige speelfilmmakers ook reclame-spots of rare videofilmpjes maken, waar deze nu in bij-programma's worden vertoond. Film makers kunnen zich steeds meer permitteren. We kennen de taal van de film goed, en ook de beelden van de kunst bereiken ons makkelijker, vaak ongemerkt, via bladen en de televisie. Alle andere media, oude en nieuwe, hebben direct of indirect invloed op de film en omgekeerd.
Steeds leniger worden we in het kijken. We raken geoefend in het herkennen van de uitwisselingen. Aan een recente reclame voor een of andere mobiele service zie je meteen dat die op Gummo van Harmony Korine is geïnspireerd. En Korine heeft op zijn beurt indertijd veel naar de tv gekeken en aangevoeld dat zappen iets is dat de vorm van een film kan bepalen: meerdere verhalen die elkaar af wisselen en die niet worden afgemaakt.
Intussen geloven sommigen dat het internet dé plaats is waar de cinema zich verder kan ontwikkelen, door nieuwe narratieve technieken te verkennen, non-lineaire documentaires te maken, met cross-overs tussen kunst en film. Exploding en exploring. Nu zijn die non-lineaire manieren van beelden maken en verhalen vertellen geen uitvindingen van deze tijd, ze bestaan al langer en duiken overal op.
Evenmin zijn nieuwe media alléén ervoor verantwoordelijk dat die vormen nu zo populair lijken, maar ze spelen wel een rol. Voor filmmakers, reclame-filmers met experimentele neigingen en kunstenaars, die met snelle nieuwste middelen willen werken. Ze grijpen veelvuldig naar de digicam, sluiten hem aan op de pc om digitaal te monteren en dan hup: op het web ermee.
De kijkers danwel gebruikers zijn ondertussen gewend geraakt aan fragmentarische knip- en plak-beeldbombardementen en aan vreemde montages. Maar het festival isoleert non-lineariteit on line nu als een apart onderdeel, en dat creëert ruimte om het ook werkelijk als vorm op zich te verkennen.
Nog voor het festival begint, is vanaf 1 januari Stop for a Minute van start gegaan, als onderdeel van Cinema Online. Elke dag een film pje van precies 1 minuut. En voor interactieve filmproducties en games is er tijdens het festival het Medialab, in Calypso. Als Calypso, de nimf die Odysseus verleidde tijdens zijn reis en hem twaalf jaar gevangen hield in haar grot, zo houdt de hype van de nieuwe media tijdelijk de film in haar ban. Om er na twaalf jaar uit te komen, maar niet zonder wezenlijk te zijn veranderd.
Een 'statement tegen de huidige beeldcultuur' is ExVoTo: Mapping the Heart. Een selectie van film en video, ondergebracht in compila tie-programma's met elk een eigen subthema. Deze, meest korte films zijn gemaakt door veelal nog onbekende filmmakers, naast een aantal bekenden als Godard, Cavalier, de Quay brothers en de Tsjech Jan Svankmajer, die ook een tentoonstelling krijgt in het Chabot Museum. Wat zij volgens samensteller Edwin Carels met elkaar gemeen hebben, is een radicale, bezeten wijze van omgaan met het medium. Dat betekent hier: veel handmatig werk, kleinschalige producties zonder een publiek in gedachten en met een obsessief oog voor detail.
Carels omschrijft zijn selectie als een reactie op de prijsgeving van het intieme. Nu zowat alles wel publiek is tentoongesteld, of verTaschenbucht zoals Carels het noemt, kijken we nergens meer van op. De enige manier om weer betekenis aan beelden te geven is door ze te vervormen, opnieuw te gebruiken en ze op die manier eigen te maken. Door er een hart aan te geven, zo gezegd.
Zo ontpopt Jean-Luc Godard zich als een koppige vj, met twee krakkemikkige mengtafeltjes waarop hij zoveel mogelijk indrukken van de (film) wereld probeert te mixen om de beeldcultuur in kaart te brengen. En Zoë Beloff geeft een 3d-show waarin de kleinste porta ble 16 mm-projector die er bestaat en een bijbehorend schermpje een hoofdrol spelen. Bezwerende pogingen van outsiders zijn het, die met een cinefiel bewustzijn de kleinste vormen van film bezigen.
De mentaliteit van ExVoTo krijgt concreet gestalte in de vorm van een mobile home. Naast de vertoningen in Venster bestaat het aanbod ook on demand. Op het enorme Doelenplein zal een caravan staan van Joep van Lieshout, die eigenzinnige architect-kunstenaar en caravanspecialist. Daarin kun je, met een paar mensen tegelijk, de ExVoTo-tapes bekijken, aan tafel lezen en koffie drinken. En er vinden interviews met de deelnemende filmmakers plaats. Die gesprekken worden, voor wie niet naar binnen kan, buiten op groot scherm uitgezonden.
Een programma als ExVoTo wijst in beide richtingen, naar binnen en naar buiten; terug en vooruit; naar de bronnen en het hart van de cinema, en naar de uitlopers, de ran den, naar de kleinste hoekjes met verborgen of vergeten mogelijkheden. Het festival plaats zulke rand verschijnselen - terugverwijzingen en mogelijke richtingwijzers naar de toekomst van de film - op de voorgrond en vergroot ze uit.
In tegenstelling tot de Avant Garde van begin vorige eeuw, die vernieuwingen in het puur cinemato grafische zocht, zijn het nu vooral niet-cinematografische middelen die de film worden binnengehaald . Je kunt geprikkeld raken, opgewonden of verveeld, op plekken waar je kunt bewegen en elk moment kunt weglopen.