Als filmacteur heeft Billy Bob Thornton het voor elkaar. Primary Colors, Armageddon, A Simple Plan, The Man Who Wasn't There, Bandits, Monster's Ball - het is maar een kleine greep uit de publiekstrekkers waar hij de laatste jaren in acteerde. Ook als regisseur heeft Thornton het een en ander op zijn naam staan (onder meer Sling Blade). In Hollywood is hij bekroond en bejubeld, in het dagelijks leven is hij gelukkig getrouwd met Angelina 'Lara Croft' Jolie, met wie hij vorige maand een Cambodjaans babytje heeft geadopteerd - wat wil een mens nog meer?
Wel, in Billy's geval: een carrière als muzikant.
Thorntons eerste liefde en professie is namelijk de muziek waarmee hij opgroeide
tijdens zijn jeugd in Arkansas. Zijn helden waren Johnny Cash, Elvis, The
Beatles, en van jongsaf aan drumde en zong Thornton in bandjes: tussen de
schuifdeuren en op ouderavonden, maar later ook in allerhande clubs, inclusief
het soort waar voor het podium gespannen kippengaas de artiesten beschermt tegen
rondvliegende bierglazen.
Het was een leven waar Thornton kennelijk altijd een bepaalde heimwee naar gehouden heeft, ondanks zijn succes in Hollywood. Vorig jaar debuteerde hij op 46-jarige leeftijd als singer/songwriter met de sympathieke cd Private Radio, en vervolgens is hij doodleuk weer 'on the road' gegaan.
Woensdag 10 april deed de Billy Bob Thornton karavaan Amsterdam aan. Het talrijke publiek in De Melkweg leek vooral gekomen uit nieuwsgierigheid: wat zou deze filmster ervan bakken op een poppodium?
Het cliché dat filmacteurs 'in het echt' veel kleiner blijken dan op het doek, bleek voor Thornton in alle opzichten toepasselijk. Zijn toch al frêle gestalte werd omgeven door een disproportioneel grote band: Thornton laat zich begeleiden door een zangeres, een bassist, een toetsenist, drie (!) gitaristen en twee (!) drummers.
Uitgedost als een oude hippie, met wollen mutsje en veel kettingen, stond hij onwennig en houterig in het licht van de volgspot, en werkte met zijn band een set af die een mix was van eigen nummers (van Private Radio) en covers uit de jaren 60 (waaronder 'The game of love', 'Green tambourine' en 'California dreaming').
Thornton noemt zichzelf graag een ' storyteller', maar noch in de vlak gezongen songs, noch in de belerende anekdotes tussen de nummers wist hij te boeien. Het publiek hing derhalve niet steeds ademloos aan zijn lippen. Maar Thornton neemt zijn hobby wel zo bloedserieus dat hij dat niet tolereerde, met als dubieuze climax het moment waarop hij vloekend van het podium beende toen iemand het had gewaagd iets onaardigs te roepen tijdens een exposé over een overleden broer.
Misschien had hij het daarbij moeten laten, iedereen had inmiddels wel geconcludeerd dat Billy Bob Thornton zich beter kan houden bij het acteren in mooie films, maar hij kwam terug, zij het alleen 'for those of you who deserve to hear this song'.
Billy Bob Thornton neemt zichzelf en zijn muziek bloedserieus, en in zijn optreden was geen ruimte voor enige relativering, zelfspot of humor. Dat zou geen probleem zijn als de kwaliteit van de muziek even groot was als Billy Bob's ego. Kennelijk heeft deze ster niemand in zijn omgeving die hem durft te zeggen : dit is geen goed idee, stick to acting.