Opnieuw is er een film die laat zien dat in de Japanse maatschappij warm- menselijk contact ver te zoeken is. Met een citaat uit Takeshi Miike's Audition nog vers in de oren ('In Japan is iedereen eenzaam') verbaast het je niks dat de hoofdpersonages uit Hush! aanvankelijk verzanden in hun eigen getob en gestrubbel. Maar anders dan sommige collega's geeft regisseur Hashiguchi Ryosuke (Like Grains of Sand) nog wel blijk van vertrouwen in zijn karakters.
Maar lange tijd is het eenzaamheid troef. De jonge homo Nayoa verliest zich in bars en one night stands, terwijl zijn vriend Katshuhiro nog niet goed en wel uit de kast is gekomen. En de jonge vrouw Asako is te labiel, agressief en vijandig om andere mensen toe te laten. De oorzaak van alle ellende legt Hashiguchi telkens bij het gebrek aan familieliefde. De moeders deugen niet, de vaders deugen niet. 'Wanneer ik als kind ook maar één keer flink was vastgehouden, dan was ik nooit zo geworden,' zegt Asako.
Hashiguchi's regie is sober en past daarmee goed bij de inhoud. Kille kleuren, een weinig beweeglijke camera die voortdurend op afstand blijft, en veel stilte in plaats van treurige muziek om het leed op te sieren. Ook wanneer de verhaallijnen bij elkaar komen verandert de stijl aanvankelijk niet. Hoe moeten deze dolende zielen elkaar ook helpen?
Eigenlijk heel simpel, zo suggereert Hashiguchi . Gewoon, door elkaar eens lekker te knuffelen, als ze zich daartoe kunnen zetten. Of door samen te lachen, te gaan stappen. Misschien zelfs wel door samen een kind te nemen.
Wanneer het drietal voorzichtig tot actie overgaat geeft Hashiguchi ze gelijk door zijn stijl aan te passen. De montage wordt sneller, de karakters krijgen enkele liefdevolle close ups, Hashiguchi's gevoel voor absurde humor treedt op de voorgrond en op de soundtrack klinkt Bobby McFerrin's opgewekte cover van 'Hush, little baby!'. Er is dus heus wel hoop voor het drietal. Maar knuffelen blijft lastig.