Jacques Tati's Playtime (1967) moet je in de bioscoop zien, vinden de kenners
. En dan niet in een minderwaardige 35 mm-kopie, maar op haarscherp 70 mm. De
met gags volgepropte totaalshots passen niet op een beeldscherm: met die
beperkte dimensies mis je de helft van de film.
Wie er minder
orthodox over denkt kan met een gerust hart de onlangs verschenen dubbeldvd
aanschaffen. In zijn nieuwe digitale jasje verliest de film nauwelijks aan
scherpte en detail. Je moet alleen wat dichter naar het scherm kruipen.
Bovendien slagen de extra's erin je nóg beter naar Tati's meesterwerk te doen
kijken.
In het selectieve audiocommentaar staan Tati-deskundigen
Jérome Dechamps en Stéphane Goudet stil bij vier fragmenten uit de film. Een
prima introductie tot alles wat Playtime Playtime maakt: van de op mime
gebaseerde acteursregie (over de scène waarin een vrouw met een prachtige,
spontane gestiek haar hak losrukt uit een gat in de vloer: 'Dat is de kunst van
Tati. Hij slaagt erin de acteurs iets te laten doen wat niet opzettelijk is')
tot de afstandelijke cameravoering ('Hij zet de kijker voortdurend aan het werk
. De kijker moet zelf maar zien dat er rechtsonder in beeld een glas staat').
Jammer dat de twee niet de hele film hebben volgepraat.
Op disc twee
staan vier uitstekende minidocumentaires. In Like Home, les lois de l'
hospitalité gaat Goudet in vogelvlucht door de film heen, de beelden met
beminnelijke woorden becommentariërend, af en toe ook met citaten van Tati zelf
. 'De film is als een ballet. In het begin volgen de bewegingen van de acteurs
de architectuur. Nooit beschrijven ze een curve. Ze komen en gaan van lijn tot
lijn. Maar naarmate de film vordert, wordt er steeds meer gedanst en gedraaid,
worden de bewegingen rond.'
Script-girl Sylvette Baudrot, inmiddels
een pittige grijze tante, komt in de featurette Script-girl, notes de tournage
uitgebreid aan het woord over Tati's eigenzinnige werkwijze en bijna obsessieve
detailzucht. 'Het rood van dat lampje was niet de kleur rood die hij wilde',
vertelt ze over de intercom-machine in de scène waar Hulot gaat solliciteren.
Met Tatiëske pijltjes en cirkels wordt tegelijkertijd je aandacht op de juiste
plekken van het beeld gericht. 'Dus vanwege dat rode lampje dat aan- en uitging
moest er een ander roodfilter worden geplaatst. Zo'n pietje precies was hij. Hij
deed het shot twee keer over. Met het juiste ritme en de juiste kleur. Zo
hadden we drie dagen nodig om één shot te filmen.'
Nog meer pijltjes
, cirkels en kleurvlakken in het filmpje Look & Design, dit keer om te wijzen op
de zorgvuldig ontworpen hoeden, jurken, bedrijfslogo's en meubels. In Au-déla
de Playtime duikt Stéphane Goudet opnieuw op, met een nostalgische voice-over
bij grofkorrelige zwart-witopnamen van de filmset. Het meest opmerkelijke beeld
, waarin Tati al rennende een kopie van het script onder een neerstortend
Tativille-flatgebouw gooit, wordt tot twee keer toe in slowmotion getoond. 'Een
prachtig, maar zinloos tartend gebaar, een goedkope metafoor voor de aanstaande
flop. (...) Tati had zowat alles in Playtime gestopt, z'n geld, z'n genie en
gezondheid. Hij verloor er zowat alles bij, ook z'n huis en eigen filmrechten.
Maar niet het besef dat zijn engagement en ambitie hem tot eer strekten.'
Het bonusmateriaal wordt afgerond met een mooi gemaakte biografie, waarin
fragmenten uit Tati's films als illustratie dienen, en een impressie van de
première van de gerestaureerde editie - de editie die afgelopen jaar in
Nederland te zien was en die ook op deze dvd staat - in Cannes 2002. Zo te zien
was het in Cannes een nogal melige bedoening, met een als de postbode uit Jour
de fête (1949) verklede snorremans die door het publiek springt, en Michel
Piccoli als Monsieur Hulot. Toenmalig juryvoorzitter David Lynch staat erbij en
kijkt ernaar. 'Ik citeer Tati in al mijn films', zou hij volgens de voice-over
hebben gezegd.
Beeld: 1.85:1 (anamorphic widescreen)
Geluid: Dolby
Surround
Ondertiteling: Nederlands en Frans
Duur (hoofdfilm): 119
minuten
Distributeur: Filmmuseum/ De Filmfreak