Ellektra van Rudolf Mestdagh
Een moeder raakt haar kind kwijt, een
pianiste komt met haar vingers tussen het autoportier, bij een actrice wordt het
puntje van de tong afgeknipt. Een dj wordt doof, een parfum-expert kan zijn
neus niet meer gebruiken, een jongen die piloot wil worden raakt verlamd.
Iedereen verliest iets belangrijks in het drama Ellektra van de Vlaamse
regisseur Rudolf Mestdagh. Dat gebeurt op meestal hardhandige wijze in het begin
van de film, en met een snelle montage van mooie beeldrijmen gaan de ongelukken
en misdaden die het verlies veroorzaken in elkaar over.
Maar als
vervolgens de verschillende lijnen moeten worden voortgezet, schiet de productie
tekort. Het zijn ook te veel verhalen voor een enkele film, en daardoor blijven
alle scènes snel geschetste clichés. Ellektra, een voortvluchtige
gangsterdochter, probeert de personages met sms'jes met elkaar in contact te
brengen, maar dat benadrukt alleen hoe gekunsteld de constructie is waarvan ze
deel uitmaken.
(David Sneek)
Intermission van John Crowley
De eerste scènes van Intermission herinneren eraan wat een vreselijke miscast
Colin Farrell was in Oliver Stones Alexander. De acteur hoort geen
legeraanvoerder te spelen die trots een wereldrijk bestuurt. Hij is een
straatschoffie met een leuke babbel. Als de jonge crimineel Lehiff is hij een
van de Ieren die opgevoerd worden in de film van John Crowley, net als Ellektra
een snel gemonteerde ensemble-film. De meeste episodes zijn licht van toon: de
politieman die zich Dirty Harry waant en zich afreageert op elke crimineel is
amusant, net als de supermarktmedewerker die wanhopig op zoek is naar een
relatie. Voor anderen, zoals de vrouw die door haar man werd verlaten voor een
jongere minnares, is het leven harder, al slaat ze zich er met overtuiging
doorheen. Maar door de onnozele bankroof die de verschillende personages
samenbrengt is Intermission toch vooral een lichtvoetige slapstickproductie.
Vlot, vakkundig, onderhoudend, en oppervlakkig.
(David Sneek)