De feiten
Geboren: 21 juni 1973, Den Haag.
Actief als: acteur.
Eerste film: Terug naar Oegstgeest van Theo van Gogh (1987).
Prijzen: Gouden Kalf voor beste acteur in 2001 voor AmnesiA, prijs voor aanstormend talent op het filmfestival van Berlijn in 2002.
Beste film
Karakter (1997). In de schaduw van Jan Decleir speelt
Van Huet overtuigend diens onwettige zoon, in de spannende Bordewijk-verfilming
die (met onder meer een Oscar) ook internationaal veel lof oogstte. Ook zien:
Wilde mossels (2000), De grot (2001), Guernsey (2005).
Slechtste
film
De kus (2004). Mislukte Vlaamse film waarin Van Huet een
loverboy speelt wiens slechte bedoelingen vanaf het begin duidelijk zijn, zoals
in de hele film niets aan de verbeelding wordt overgelaten.
Handelsmerk
Geschoold in het theater, is Van Huet een acteur die
succesvol de overstap naar film maakte, en begreep dat het medium een andere,
ingetogener aanpak vereist. Werd na zijn rol van schuchtere jongeman in Karakter
vaker gecast als introvert type (zoals de bangige boekenwurm Egon in De grot),
maar liet in bijvoorbeeld Wilde mossels zien ook een heel ander, losgeslagener
personage neer te kunnen zetten. Tegelijkertijd robuust als zachtaardig, heeft
hij een serieuze, naar het zwaarmoedige neigende uitstraling: zou moeilijk voor
te stellen zijn in een rol van vrolijke flierefluiter.
Van Huet
over Van Huet
'Ik vind mezelf zelden goed. Uiteindelijk is het
nooit helemaal zoals je het in je hoofd had, of in je hart. Ik ben nooit
tevreden.'
(De Telegraaf, 1999)
'Ik vind dat ik het niet kan maken
me als acteur aan een bepaald product te verbinden. Dat maakt mij, zeker in het
theater, toch volkomen ongeloofwaardig?'
(over reclame, Het Parool, 2001)
'De Nederlandse film laat zich nog het beste omschrijven als: lange stiltes
en dan even een woordje en dan snel de aardappelen op tafel.'
(NRC
Handelsblad, 2001)
'Ik beschouw een scenario als een partituur. Dat
betekent dat je kan spelen met de klank en opbouw van de zinnen, waar je de
rustmomenten plaatst en waar je naar een crescendo gaat. Net als muziek maken
heeft acteren alles te maken met ritme; je bent altijd bezig met tijd en tempo.
Een scène kan swingen of net achter de beat hangen, een beetje slepen. Of een
scène klopt, hangt af van hoe de acteur ritmisch omgaat met zijn tekst. Het
mooiste compliment dat ik ooit kreeg kwam van Johan Simons die mijn monoloog in
Ongebluste kalk 'net Jacques Brel' noemde.'
(De Filmkrant, 2001)
'
Mensen doen zich vaak anders voor dan ze zijn. Ik ben daar erg op gefocust. Als
acteur denk ik dat je daar sneller doorheen kunt prikken. Ik ben altijd op zoek
naar dat soort tegenstellingen. Dit zeggen en dat bedoelen. Ik hou ervan om het
tegenovergestelde te spelen van wat er staat, van de onderstroom.'
(NRC
Handelsblad, 2001)
'Ik ben geen wereldverbeteraar en evenmin goed in
manipuleren. Misschien heb ik daarom theater nodig. Ik hou me dagelijks bezig
met de analyse van hoe mensen zich bewegen in deze boze wereld en dat is
verhelderend en geeft troost.'
(De Morgen, 2005)