Gouden Kalf-winnaar Paradise Now is vanaf deze week in de bioscoop te zien. Het is het grootste succes tot nu toe van de Palestijns-Nederlandse regisseur Hany Abu-Assad. Cinema.nl vond in de VPRO-archieven materiaal van en over Abu-Assad. Portret van een filmmaker die nieuwsgierig is naar hoe mensen in elkaar zitten. 'Ik ben geen specialist in wat dan ook.'

De feiten
Geboren: 11 oktober 1961, Nazareth (Israël)

Actief als: regisseur, schrijver, producer.

Eerste film: To Whom It May Concern (1991, 15 minuten durende documentaire). Eerste korte drama-film: Paper House, 1992, 28 minuten.

Prijzen: o.m. Gouden Kalf op het Nederlands Film Festival voor beste film voor Paradise Now (2005), Blaue Engel voor beste Europese film, Amnesty International Filmprijs en Publieksprijs op het festival van Berlijn (2005) voor Paradise Now, Gouden Anker op het Haifa- filmfestival in 2003 voor Rana's Wedding.

Beste film
Paradise Now (2005). Abu-Assad laat de menselijke kant zien van plegers van zelfmoordaanslagen, waarmee hij het onvoorstelbare voorstelbaar maakt.

Handelsmerk
Zoekt de grens op tussen fictie en werkelijkheid: maakt documentaires met fictieve elementen, en speelfilms die de realiteit zo dicht mogelijk benaderen. Brengt in zijn documentaires de kijker vaak in verwarring over wat 'echt' en wat 'onecht' is - een onderscheid dat volgens hem moeilijk te maken is, omdat de aanwezigheid van een camera de werkelijkheid al beïnvloedt. Kwam met die visie in de problemen toen de documentaire Ford Transit deels geënsceneerd bleek, wat een discussie over het realiteitsgehalte van documentaires op gang bracht (zie bijvoorbeeld de discussie in R.A.M. via de video-link hiernaast). Een geënsceneerde scène in een documentaire heet sindsdien 'een hany'. Komt - als in Nazareth geboren Palestijn - in zijn werk regelmatig terug op het Israelisch-Palestijnse conflict, maar maakte ook de Amsterdamse tragi-komedie Het 14e kippetje.

Abu-Assad over Abu- Assad
'Ik ben geen specialist in wat dan ook. Ik ben nieuwsgierig naar hoe het leven in elkaar zit, hoe mensen in elkaar zitten. Daar probeer je een schilderij van te maken, een filmschilderij. Je ervaringen delen met anderen .'
(Cinema.nl/R.A.M.-NFF festivaljournaal, 2005)

'Het is waar dat wij als Palestijnen geen coherente filmtraditie hebben. Maar het feit dat we geen duidelijke territoriale grenzen hebben, maakt dat we openstaan voor veel invloeden. Daar nemen we de beste elementen uit. Ik ben even beïnvloed door Iraanse cinema als door Japans minimalisme en Hollywood-romantiek.'
( Qantara.de, 2003)

'De extase die we als kinderen op zondagmiddag in de bioscoop beleefden wanneer de held het won van de slechterik. We hebben gegild zoals alleen meisjes bij de Beatles konden gillen. Het waren westerns, karatefilms, Hongkongfilms met Bruce Lee en films met Charles Bronson. Once upon a time in the west, die ogen en die muziek en dan de sfeer in de zaal met al die gillende kinderen. We konden er geen woord van verstaan, maar die filmtaal was zo overweldigend en het was zo spannend. Sergio Leone blijft voor mij een geniale regisseur. Hij was mijn jeugdheld en eigenlijk is hij het nog steeds. Hij wist hoe hij de kijker kon manipuleren, hoe hij zijn publiek volledig kon inpakken. Je kunt er bij hem gewoon niet omheen.'
(De Filmkrant, 1998)

'In deze film had ik het gevoel dat de werkelijkheid mij dicteerde. Het werd een bloedig gevecht tussen werkelijkheid en fictie, in een land waar het normale absurd lijkt en en het absurde normaal. Om het gevecht te kunnen winnen , moest ik eerlijk blijven.'
(Verklaring in de persmap van Rana's Wedding)

'Ik heb ook wel stenen gegooid naar Israëlische soldaten. Heerlijk. Ik ben eens bijna door een kogel geraakt. Een heel raar geluid gaf de lucht, en het werd heel warm. Stenen gooien, dat doe je gewoon als jongere. Overal.'
( Vrij Nederland, 2002)

'Wat Palestijnen uitroepen in boosheid, in de kranten, is veel extremer dan wat ze werkelijk vinden. De grootste misvatting is dat het onmogelijk is om samen te leven. Want ze leven al met elkaar. De Palestijnse elite wil niet dat de Israëliërs vertrekken. Er zijn veel meer Palestijnen die collaboreren met de Israëliërs, dan Palestijnen die vechten tegen de Israëliërs. Mijn vader, die vijf jaar geleden overleden is, had een transportbedrijf. Hij vervoerde voor de Israëliërs. Een van mijn broers is tandarts in Nazareth. Al zijn klanten zijn Israëliër.'
(Vrij Nederland, 2002)

'Het is een hele dunne draad waar ik mee bezig ben. Je wilt de mensen niet verheerlijken maar ze wel vermenselijken. Je danst op een dun koord . Je krijgt verwijten van twee kanten.'
(over Paradise Now. De Volkskrant , 2004)

'Het is een nieuw genre: niet de roadmovie, maar de roadblockmovie.'
(over Rana's Wedding, VPRO Propaganda, 2002)

'Ik ben tegen het doden van mensen, en ik wil dat dat ophoudt. Maar ik veroordeel de plegers van zelfmoordaanslagen niet. Ik vind het een heel menselijke reactie op een extreme situatie.'
(Qantara.de, 2005)

'Je kunt nu eenmaal niet om de tragiek van de mens heen. Zo word je op zekere dag verliefd op een meisje en je wilt haar vertellen dat je de beste man van de wereld bent. Het wordt natuurlijk niets, want je doet veel te veel je best. Het lukt alleen als je je best niet doet, maar dan heb je ook geen behoefte aan dat meisje. Het is altijd andersom."
(De Filmkrant, 1998)