Handelsmerk
Verscheidenheid, waarbij de cinefiele Koolhoven zich zeer bewust is van de stijlen die hij hanteert. Zoals het magisch-realisme in AmnesiA, een literaire raamvertelling in De grot, het fel-realistische van Het Zuiden en de uitbundige comedy van Het Schnitzelparadijs. Was in 1999 een van de ondertekenaars van het Manifest voor de Verbeelding, dat opriep tot meer Nederlandse films die het alledaagse ontstijgen: 'Laten we kiezen voor de verwondering en de hartstocht.' Wordt geroemd als acteursregisseur, die het beste naar boven haalt van bijvoorbeeld Carice van Houten, Monic Hendrickx en Fedja van Huêt.
Koolhoven over Koolhoven
‘Met eerdere films als Suzy Q en AmnesiA maakte ik heel gestileerde, maar tegelijk ook statische films. Strak gekadreerd, ieder shot een expliciet idee. Dat heeft ook iets makkelijks, vind ik nu. Je acteurs vastzetten en dan filmen – het is niet de meest interessante cinematografische manier van vertellen. Nu film ik kinetischer, met meer dynamiek. Ik gebruik ook steeds minder dialoog.’
(de Volkskrant, 2008)
'Boodschappen vind ik meestal nogal rechtlijnig, ik ben meer geïnteresseerd in ambivalentie.'
(Filmvalley, 2006)
'Daar is ie weer: de auteurstheorie. Hoe meer de films van een regisseur op elkaar lijken, hoe vaster de hand van de maker zou zijn. Flauwekul, natuurlijk. Zelfs iemand als Hitchcock heeft gezegd dat die visie hem verlamde. Elke keer als hij iets anders probeerde, werd dat als mislukt gezien.'
(de Volkskrant, 2005)
' Net voor en tijdens de eerste jaren op de filmacademie heb ik niets anders gedaan dan films kijken. Drie jaar heb ik geen boek gelezen of een voet in het theater gezet. Ik heb er veel van geleerd, maar voelde me op den duur een gemankeerd mens. Ik ben rustiger geworden, zodat ik niet elke nieuwe film meer zie. Ik lees weer boeken en ga ook weer eens naar het toneel.'
(Het Parool , 2001)
'Ik weet niet meer van alle films, zoals tien jaar geleden, hoeveel sterren ze in de Speelfilmencyclopedie hebben. Dat soort gretigheid heeft natuurlijk ook te maken met zelf heel graag willen. De nerd-tijd is voorbij. Ik ben nu op het punt dat ik doe wat ik wil. Ik ben establishment. Dat klinkt verschrikkelijk, maar het is wel zo.'
(de Volkskrant, 2005)
'Er zijn mensen die niet van de films van de Coen Brothers houden, of van de films van Stanley Kubrick. De stilering vinden ze misschien wel mooi, maar het doet ze emotioneel niets. Die berekening ontroert mij juist wel. Die precisie raakt me, en ik vind er wel degelijk een soort schoonheid in. Lost Highway van David Lynch was voor mij zelfs een van de beste films van de jaren negentig. Het was een klap in mijn gezicht. Ik werd erdoor in mijn maag gegrepen.'
( Trouw, 2001)
'Ik wil geen films meer maken die vooral goed bij filmmakers vallen. Ik ben anders gaan denken over hoe ik een verhaal het beste kan vertellen. Ik wil dat de vormgeving minder opvalt.'
(De Filmkrant, 2005)
'Mensen vinden een film pas goed als het lijkt alsof hij zich bij hen in de straat afspeelt. Ik heb niets tegen zulke films, maar er moet ook ruimte zijn voor films die een onbekende wereld oproepen, waarin ik voor de duur van de film kan geloven. Orson Welles had helemaal gelijk met zijn opmerking dat wat niet realistisch is, maar wel waar, de hoogste vorm van drama is.'
(Het Parool , 2001)
'Ik ben geen liefhebber van naturel spelen. Makkelijk spelen noem ik dat. Veel jonge acteurs hebben dat, een veilige manier van spelen. Met veel neurotische ditjes en datjes. Ik zal nooit iets doen in een film wat het acteren in de weg zit. Soms leg ik de acteurs een technische beperking op doordat ik een bepaald soort beeld wil, maar ik vind niet dat je een acteur moet indammen. Maar ook niet dat hij maar moet rennen en doen. Al die tierelantijntjes zijn een verdoezeling van de inhoud. Dat soort naturel leidt alleen maar de aandacht af van waar het werkelijk om gaat.'
(De Filmkrant, 2000)