Al Pacino is deze maand in twee nieuwe films te zien: Merchant of Venice en Two for the Money. Daarnaast zijn er nog drie titels in productie waarin hij een hoofdrol speelt. Op zijn 65ste doet Pacino het nog bepaald niet rustig aan. Portret van één van de beste acteurs van zijn generatie, die over zichzelf erg kritisch is: 'Ik heb sinds Dog Day Afternoon geen goede film meer gemaakt.'

De feiten
Geboren: 25 april 1940 in New York, als Alfredo James Pacino. 

Actief als: acteur, regisseur, producer, schrijver .

Eerste film: Me, Natalie van Fred Coe (1969); daarin speelt hij een junkie.

Prijzen: Oscar in 1993 voor beste acteur voor Scent of a Woman, daarnaast Oscarnominaties voor zijn rollen in onder meer Dog Day Afternoon, Serpico en The Godfather; American Comedy Award in 1991 voor Dick Tracy; BAFTA voor beste acteur in 1976 voor Dog Day Afternoon en The Godfather: Part II; David di Donatello-prijs in 1973 voor The Godfather en in 1974 voor Serpico; Directors Guild of America-prijs in 1997 voor regie van Looking for Richard; Emmy in 2004 voor Angels in America; Golden Globes in 1974 voor Serpico, in 1993 voor Scent of a Woman en in 2004 voor Angels in America; prijs van Amerikaanse filmcritici in 1973 voor The Godfather; Screen Actors Guild Award in 2004 voor Angels in America; speciale oeuvre-Gouden Leeuw in 1994 op het filmfestival van Venetië.

Beste film
Dog Day Afternoon (1975) en The Godfather (1972) waren de films waarin een jonge Al Pacino diepe indruk maakte . In Dog Day Afternoon met de geloofwaardige vertolking van een nerveuze, steeds opgefokter rakende pleger van een bankoverval die volkomen uit de hand loopt. In de Godfather-films is hij aanvankelijk het enige lid van de Corleone-familie dat niets met gangsterpraktijken te maken wil hebben, om te eindigen als meedogenloze mafiabaas; het omslagpunt is te zien in de eerste Godfather, als hij zijn eerste afrekeningsmoord uitvoert - een klassieke scène. Ook zien: Scarface (1983), Carlito's Way (1993), Heat (1995) en The Insider (1999).

Slechtste film
In Revolution (1985) was Pacino volkomen verkeerd gecast als boer in de tijd van de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd; de film werd een enorme flop die zowel Pacino als regisseur Hugh Hudson jarenlang een slechte naam bezorgde. Een andere pijnlijke vergissing was een bijrol in het Jennifer Lopez/Ben Affleck-debâcle Gigli (2003), waar Pacino een Razzie- nominatie aan overhield.

Handelsmerk
Pacino, algemeen erkend als één van de beste acteurs van zijn generatie, staat bekend om de intensiteit waarmee hij zijn rollen speelt. Zijn personages staan onder spanning, zijn opgefokt, kunnen ineens losbarsten. Als hij zich laat gaan, is het soms over the top, maar zelden ongeloofwaardig - of hij nu nerveus is, zoals in Dog Day Afternoon, arrogant en doorgeslagen als in Scarface, kil en ongenadig als in The Godfather of vastbesloten en hard als in Heat. Op de vraag of bepaalde personages die hij speelde - zoals de gangster Tony Montana in Scarface - helden of boeven zijn, antwoordde hij onlangs: 'Helden.' Als kijker ben je geneigd hem gelijk te geven, hoe gewelddadig of moreel verwerpelijk die personages soms zijn; Pacino speelt ze nooit ééndimensionaal, waardoor hij je tot begrip en empathie dwingt. Daarnaast is er zijn natuurlijke charisma, waardoor zijn personages al snel respect of bewondering oproepen.

Pacino over Pacino
'Ik heb sinds Dog Day Afternoon geen goede film meer gemaakt. Op een persconferentie vroeg iemand mij of ik dacht dat ik ooit nog zo goed zou zijn als ik in Dog Day Afternoon was. Mijn antwoord was: nee.'
(New York Daily News, 2005)

'Toen ik Scarface deed, was ik verliefd. Eén van de weinige keren in mijn leven. En daar was ik in die tijd heel blij mee. Als ik thuis kwam en zij vertelde me over wat ze die dag had meegemaakt en haar problemen. Ik weet nog dat ik tegen haar zei dat ze me door die film heen gesleept had, omdat ik alles achter me kon laten als ik thuis kwam.'
(The Guardian, 2005)

'Wat me verraste, was hoe het voelde om de Oscar voor Scent of a Woman te winnen. Het was een nieuw gevoel. Ik kijk nu niet zo vaak meer naar mijn Oscar, maar toen ik hem net had gekregen, had ik wekenlang zo'n gevoel alsof je op de Olympische Spelen een gouden medaille hebt gewonnen, en iedereen weet het. Een geweldig gevoel, heel compleet. Ik wou dat ik het beter kon beschrijven.'
(Esquire, 2002)

'Ik stond eens bij een stoplicht , keek opzij en glimlachte naar een jonge vrouw. Zij zei: O, hallo, Michael. Snap je? Michael uit The Godfather. Het was alsof ze mij in één keer had ontdaan van mijn anonimiteit. Ik was niet Michael toen ik daar stond en naar haar glimlachte. Ze had me gezien, maar niet mij, begrijp je? Tot je beroemd bent, kun je niet begrijpen wat voor een heerlijk toevluchtsoord anonimiteit is.'
(Esquire, 2002)

'Ik dacht dat de rol onmogelijk was om te doen. Ik wist niet hoe ik van een onbelangrijk iemand degene kon worden die de baas van alles is. Hoe kon dat? Ik herinner me dat ik het verhaal dicht bij me hield en ervan overtuigd was dat ik uiteindelijk dat personage zou kunnen uittekenen. Daar heb ik veel tijd in gestoken, en de rest van de tijd was ik vooral aan het bidden. Letterlijk - ik ging naar de kerk en ging zitten bidden.' (over de rol van Michael Corleone in The Godfather)
(Douglas Thompson, 1999)