De feiten
Geboren: 23 januari 1944, Breukelen.
Actief als: acteur, producer, regisseur.
Eerste film: kleine rol in Monsieur Hawarden (1969) van Harry Kümel; doorbraakfilm: Turks fruit (1973) van Paul Verhoeven.
Prijzen: Golden Globe in 1988 voor beste bijrol in de tv- film Escape from Sobibor (1987); Gouden Kalf in 1981 voor zijn oeuvre; regieprijs voor beste korte film op het filmfestival van Parijs in 2001 voor The Room, samen met Erik Lieshout; oeuvreprijs op het filmfestival van Sarasota in 2005; Golden Space Needle Award op het filmfestival van Seattle in 1989 voor La leggenda del Santo Bevitore.
Beste film
Hauers
beste film uit zijn Nederlandse periode is ongetwijfeld Paul Verhoevens Turks
fruit (1973), waarin hij kunstenaar Erik speelt, die een klassiek geworden,
tragische romance beleeft met Olga. In zijn Amerikaanse periode (vanaf begin
jaren tachtig) springen vooral Blade Runner (1982) van Ridley Scott - met Hauer
als androïde - en cultfilm The Hitcher (1986, met Hauer als angstaanjagende
psycho killer) eruit. Ook zien: Soldaat van Oranje (1977), Spetters (1980),
Eureka (1981), La leggenda del Santo Bevitore (1988), Confessions of a Dangerous
Mind (2002) en Sin City (2005).
Slechtste film
Een
willekeurige greep uit de lange rij B-films waarin Hauer vooral in de jaren
negentig te zien was: Bleeders (1997), amateuristische horror waar Hauer zelf
misschien de campwaarde van zag.
Handelsmerk
Lange
tijd was Hauer de voor de hand liggende keus als in Hollywood een gevaarlijke
schurk van buitenlandse afkomst gecast werd. Hij speelde nazi's, robots,
psychopaten, vampiers, terroristen. Geen wonder: hij heeft een markant gezicht
- heldere blauwe ogen, lichtblond haar - en kan met groot gemak een intens
gemeen, kil personage neerzetten, dat sadistisch glimlacht om het leed van zijn
slachtoffers. Maar als hij een slechterik speelt, is hij wel een aantrekkelijke
slechterik. 'De kunst om een bad guy heel verleidelijk te spelen is echt vele
malen interessanter dan een good guy,' zei hij zelf. Zo nu en dan zit hij aan de
goede kant: zo is hij in Escape from Sobibor één van de gevangenen die in
opstand komen en weten te ontsnappen. En speelt hij natuurlijk verzetsheld Erik
Lanshof in Soldaat van Oranje.
Hauer over Hauer
'
Onderhuids ben ik uitzonderlijk gevoelig. Niet omdat het zo in het script staat
, maar omdat ik het zelf interessanter vind. En het publiek pikt dat ook op.'
(Trouw, 1994)
'Nooit heb ik gedacht aan wat ik zou willen bereiken in de
filmwereld. Een ultieme doelstelling had ik niet. Het enige wat ik wil, is
films maken. Het interesseert me helemaal niets of ik er geld mee verdien of
niet.'
(De Telegraaf, 2006)
'Ik probeer een gevarieerd programma te
brengen met mezelf als hoofdattractie. En ik verkeer in de gelukkige
omstandigheid dat ik kan kiezen. Het wonderlijke is dat hoe slechter het verhaal
en hoe goedkoper de film is, hoe meer geld ze voor mij willen uittrekken. Als
mijn agent zegt dat er een firm offer, een flink aanbod, is, dan moet je het
lezen. Het zijn altijd rampenverhalen: hetzelfde wijfje, hetzelfde kanon, meiden
met harde tieten, trutten van hola weet-ik-veel. En ik denk toch dat het
publiek dat op een gegeven moment zat is.'
(Het Parool, 1994)
'Ze
willen mij altijd in het hokje van de slechterik stoppen, maar schurken spelen
gaat mij makkelijk af. Mensen vinden het kwaad fascinerend. Ze worden er door
verlamd en dat heb ik, als acteur, niet. Als slechterik heb je de vrijheid om te
doen wat je wilt, zeker als het om een psychopaat gaat. Ik denk dat ik in mijn
duistere personages een beetje verder ga dan de meeste Amerikaanse acteurs.
Misschien omdat ik niet bang ben van die kant van mezelf.'
(www.
dougiethompson.com, 1995)
'Mijn probleem is dat ik niet zo goed ben in
het beoordelen van scripts. 'Hartstikke leuk', denk ik als ik ze lees, maar die
blijken dan hele middelmatige films te worden. Misschien gebruik ik wel teveel
mijn fantasie als ik scripts doorneem. Ik moet gewoon kijken wat er staat.'
(Trouw, 1994)
'Ik weet niet wat mijn appeal is. Ik heb blauwe ogen en
zie er niet uit als de Klokkenluider van de Notre Dame, maar ik snap niet waar
de ophef over is.'
(Arena, 1990)
'Robocop vond ik niet interessant
. Er zat te weinig... .ik had gewoon geen zin om met een helm rond te lopen de
hele tijd. Dan kun je zeggen: 'Elephant man is ook een vent die met een zak over
zijn hoofd rondloopt'. Maar dat gaat mij te ver. Ik ben te zeer gesteld op mijn
gezicht. Ik kan het publiek naar mijn ziel laten kijken. Dat is iets wat heel
weinig acteurs hebben. Ik trek geen helm over mijn hoofd, als daar geen hele
goede reden voor is.'
(Het Parool, 1994)