Het verhaal kon bijna niet eenvoudiger: mensenkindje blijft per ongeluk achter in de jungle, mensenkindje groeit op tussen beesten en wordt vriendjes met een beer, maar mensenkindje gaat uiteindelijk terug naar zijn soortgenoten. Disney's The Jungle Book zette in 1967 de standaard voor animatiefilms. Gouden regel: aaibare figuurtjes met stevige karakters.
Veertig jaar na de originele versie van The Jungle Book brengt Buena Vista de klassieker opnieuw uit met een uitgebreide bonusdisc. Het geluid is goed, de verhaallijn en de tekeningen - bezien door moderne, animatiegetrainde ogen - traag en verbluffend eenvoudig. En toch zijn Baloo, Mowgli, Kaa, en Louie nog steeds leuk.
The Jungle Book was de laatste tekenfilm waaraan Walt Disney werkte, voordat hij in 1966 aan longkanker stierf. Drie jaar eerder had hij Bill Peet gevraagd een filmscript te maken van Rudyard Kipling's veelgelezen avonturenboek. Peet was redelijk trouw gebleven aan het boek, waarin Kipling waarschuwt voor het gevaar van mensen voor de natuur, maar Disney vond die lezing veel te somber. Een nieuwe scenarist, niet gehinderd door kennis van het boek, kreeg de opdracht een vrolijker versie te schrijven. De oorspronkelijke componist Terry Gilkyson werd ook aan de kant geschoven omdat zijn muziek niet gezellig genoeg was. Naar goed Disney-gebruik werden daarna de broers Richard en Bob Sherman ingehuurd voor plezierige deuntjes. Gilkysons hele soundtrack verdween in de prullenbak, met uitzondering van één liedje: The Bare Necessities.
Het onschuldige verhaal en de opgewekte liedjes waren de steunpilaren voor de personages van The Jungle Book. Die moesten het hart van de film vormen, vond Disney. Voor het eerst benaderde hij coryfeeën uit de muziek- en televisiewereld om de stemmen te vertolken. Slim, want de junglepersonages pasten precies bij hun persoonlijkheden. Disney liet de makers bovendien sommige fysieke kenmerken van de stemacteurs in de figuren tekenen, zodat het publiek ze onmiddellijk zouden herkennen. Zo werd de gemoedelijke dixieland jazzmuzikant Phil Harris omgevormd tot beer Baloo en kregen de leden van de Britse popband Chad & Jeremy - nadat The Beatles wegens een volle agenda waren afgehaakt - hun alter ego's als nozemachtige aasgieren. Twee dikke vrienden en ervaren makers, Frank Thomas en Ollie Johnston, stuurden het team van tekenaars aan.
Brad Bird, een van de belangrijkste animators van Pixar, denkt dat in Disney's hele oeuvre geen beter voorbeeld van uitgewerkte animatiepersonages bestaat dan die in The Jungle Book. Als elfjarige bleef Bird tijdens een openluchtvoorstelling als enige tot het einde toe ademloos kijken, doorweekt van het noodweer dat halverwege was losgebarsten. Bij wijze van eerbetoon stopte Bird een cameo van de geanimeerde versies van zijn tekenidolen Frank en Ollie in zijn film The Incredibles.
In 2005 won The Incredibles de Oscar voor de Beste Animatiefilm. Die categorie bestond in 1968 nog niet. De enige nominatie die The Jungle Book toen in de wacht wist te slepen was voor het liedje The Bare Necessities.
Extra's:
Making Of (47 min)
Walt Disney's visie op een literaire klassieker
Jungle Book als inspiratiebron voor jonge animators
Mowgli - terug naar
de natuur
Beeldformaat: Anamorphic 16:9
Geluidsformaat: Dolby 5.1
Duur: 76 minuten (hoofdfilm)
Distributeur: Buena Vista Home Entertainment