Van het bloedbad in Londonderry in 1972 - beter bekend als Bloody Sunday - en de septemberaanslagen in 2001 maakte Paul Greengrass beklemmende fictie in een dicht op de huid gefilmde documentairestijl. Maar even gemakkelijk zet Greengrass zich aan kaskrakers. Donderdag gaat het derde deel van de Bourne-serie uit: The Bourne Ultimatum.

De feiten
Geboren: 13 augustus 1955, Cheam, Surrey, Engeland.

Actief als: regisseur, scenarioschrijver, producent.

Eerste film: Ressurected (1989) over een Britse soldaat die wordt achtergelaten op de Falklandeilanden na de oorlog met Argentinië.

Prijzen: Oscarnominatie en BAFTA voor United 93 (2007), Gouden Beer en British Independent Film Award voor Bloody Sunday (2002), kristallen ster Brussel Internationaal Film Festival voor The Theory of Flight (1999), Gouden Hitchcock Dinard Brits Film Festival voor Bloody Sunday (2002), nominatie Empire Award voor The Bourne Supremacy (2005), In Spirit for Freedom Award Jerusalem Film Festival voor Bloody Sunday op het (2002), Beste Script San Sebastián International Film Festival voor Omagh (2004).

Beste film
United 93. Bijna realtime verslag van wat er aan boord plaatsvond van vlucht 93 van United Airlines op 11 september 2001. Veel kijkers zetten hun nagels in de leuningen van hun bioscoopstoel, anderen beleefden de ingetogen en feitelijke zwarte-doos-aanpak als te klinisch. Vlucht 93 was die bewuste ochtend het vierde gekaapte vliegtuig. Het had zich in het Witte Huis moeten boren, maar crashte door toedoen van de passagiers in een weiland in Pennsylvania. De Britse regisseur stak zijn nek uit met de eerste fictiefilm over 9/11, maar tijdens het Tribeca filmfestival in New York lieten publiek, nabestaanden van de passagiers én journalisten de tranen gezamenlijk vloeien. Greengrass' United 93 versloeg ook met een straatlengte het iets later uitgebrachte, bombastische World Trade Center van nationale traumaturg Oliver Stone.
Ook zeker zien: Bloody Sunday (2002), waarin de omstandigheden die tot het bloedbad in het Ierse Londonderry leidden adembenemend en schrijnend in beeld gebracht zijn. En Omagh (2004), over de IRA-bomaanslag die in 1998 aan 29 mensen het leven kostte. Greengrass schreef het script en produceerde.

Slechtste film
In zijn beginjaren maakte Greengrass een reeks heel geslaagde televisiefilms. Open Fire, The One That Got Away en The Fix waren allemaal gebaseerd op ware gebeurtenissen en zeker niet slecht, maar Greengrass' bioscoopwerk is beter in balans.

Handelsmerk
Documentairestijl. Verwacht geen technicolour, aanzwellende muziek of opgepoetste acteurs in Greengrass' films. Inspiratie voor zijn onderwerpen haalt Greengrass meestal uit de krant, waarna uitgebreide research en gesprekken met getuigen volgen. Greengrass is een van de weinige regisseurs die handheld camera's goed weet in te zetten. Door daarmee dicht op de huid te filmen verhoogt hij nog eens het realisme van zijn waargebeurde (fictie)verhalen, waarin antimilitarisme en -establishment vrijwel altijd thema's zijn. In Bloody Sunday, Omagh en United 93 zet Greengrass de - beleving van - de gewone man in politiek gevoelige gebeurtenissen voorop. In de Bourne-serie is de einzelgänger Jason Bourne verheven boven het kille CIA- instituut.

Greengrass over Greengrass
'Ik geloof in cinema. Ik vind dat cinema meer moet doen dan alleen entertainen; films moeten ook commentaar geven op de wereld waarin we leven. Ik moest een film over 9/11 maken, omdat al onze politieke beslissingen daar nu door worden bepaald. Ik heb eerder films gemaakt over de conflicten in Noord-Ierland, zoals Bloody Sunday en Omagh, en die films zouden weinig zin hebben gehad als ik nu geen film over 9/11 had gemaakt, een veel groter en tegelijkertijd vergelijkbaar probleem .'
(Cinema.nl, 2006)

'Toen ik studeerde waren Potemkin en Battle of Algiers de twee grote films over politiek activisme. En over geweld en anarchie, hoe het ontstaat en dat er altijd een wisselwerking bestaat tussen de collectieve wil en het individuele moment. Die dingen zaten allemaal in mijn hoofd. Ik wilde een film met veel mensen erin. Een claustrofobische film met heel veel mensen.'
(Combustible Celluloid, 2006)

'Wat ik duidelijk probeer te maken, is dat samenzweringstheorieën geruststellend zijn, want daarin wordt de wereld tenminste bestuurd door kwade krachten. De waarheid is veel beangstigender. Als je het nuchter bekijkt, kun je zeggen: op die bewuste ochtend kaapte een kleine groep mensen vier vliegtuigen en kreeg een volledig civiel en militair systeem binnen een uur op de knieën.'
(over de complottheorieën rond 9/11, Filmstew, 2006)

'Ik heb altijd gezegd: als je politiek geweld wilt begrijpen moet je met de direct betrokkenen praten. Want wanneer je leven is verwoest door politiek geweld, ga je heel goed nadenken over de oorzaken en wat we eraan kunnen doen. Twee vragen die ons momenteel erg zouden moeten bezighouden. Maar de meeste mensen willen die vragen helemaal niet stellen. Als zij zeggen: de film komt te snel, dan bedoelen ze: te snel voor ons. Als familielid van de slachtoffers word je boos door die afwijzing. Het is alsof anderen bepalen wanneer je wel of niet mag rouwen. De slachtoffers eisen gehoord te worden, en dat verdienen ze ook. Deze film geeft de families een stem .'
(Cinema.nl, 2006)

'Ik wilde een inspirerende film maken, geen John Wayne vehikel. Ik herinner me dat ik naar het schilderij Guernica van Picasso keek en er iets van een Rorschach-test in zag. Voor Sergei Eisensteins films geldt dat ook, denk ik. Ze zijn meervoudig geconstrueerd, volgen niet een personage. En ze zijn poreus, ze hebben een open textuur. Je kunt erin zien wat je wilt zien. Je verlangens, je angsten en je dromen. Dat is wat ik wilde. [ United 93, red] moest open genoeg zijn om je te kunnen grijpen, waar je ook stond in het politieke spectrum, maar gesloten genoeg om je te confronteren, waar je ook stond.'
(Combustible Celluloid, 2006)