Wie de Australische regisseur Phillip Noyce vooral kent van zijn geëngageerde werk (Newsfront, Rabbit-Proof Fence), zal verbaasd zijn om zijn naam op de aftiteling van de hersenloze spionagethriller Salt (vanaf donderdag in de bioscoop) te zien prijken. Toch past het Angelina Jolie-vehikel perfect binnen zijn oeuvre. Al zijn hele carrière wisselt hij Hollywoodamusement af met sociaal bewogen drama. Noyce: 'Als ooit iemand een samenvatting van mijn werk maakt, dan hoop ik dat ze me een kameleon noemen, omdat het onmogelijk blijkt te zijn mij te categoriseren.’

De feiten
Geboren: 29 april 1950, Griffith,  New South Wales, Australië

Actief als: regisseur, scenarist, producent.

Eerste film: Backroads (1977).

Prijzen: won met Rabbit-Proof Fence publieksprijzen op de festivals van Valladolid, São Paulo, Leeds, Edinburgh, Durban en Denver; werd meerdere malen bekroond door het Australian Film Institute, o.a. voor het scenario en de regie van Newsfront (1978); werd in 2002 door de Amerikaanse National Board of Review en de London Critics Circle uitgeroepen tot beste regisseur, voor Rabbit-Proof Fence en The Quiet American; kreeg een Razzie-nominatie in de categorie Worst Director voor Sliver (1993).

Beste film
Rabbit-Proof Fence uit 2003, Noyce's terugkeer naar Australië en zijn roots als geëngageerde filmmaker. Met zijn portret van 'de verloren generatie' – Aboriginalkinderen van gemengd bloed die bij hun inheemse moeders werden weggeroofd en in heropvoedingsinstuten werden opgesloten – vond hij zijn stem terug: sociaal relevante onderwerpen gecombineerd met een spannend plot. Ook zien: The Quiet American, Catch A Fire Newsfront, Dead Calm.

Slechtste film
Sliver, een flauwe erotische thriller uit 1993 met Sharon Stone en William Baldwin, waarmee geprobeerd werd in te haken op het succes van Paul Verhoevens Basic Instinct. 2,5 miljoen dollar kreeg Stone om andermaal haar kleren uit te trekken in een voyeuristische thriller van scenarist Joe Eszterhas. Maar van enige (erotische) spanning – toch het handelsmerk van zowel Noyce als Eszterhas – is geen moment sprake.

Handelsmerk:
Om Phillip Noyce nu al een plezier te doen: hij is een kameleon. Maar er is wel één gemene deler in zijn werk: suspense. Of het onderwerp van zijn film nou ontsnapte Aboriginalkinderen of Russische spionnen zijn, altijd voert Noyce de spanning op Hitchcockiaanse wijze op. De Australiër is een regisseur van de oude stempel. Zo geloof hij niet in het gebruik van CGI (Computer Generated Images). Zelfs in de overdonderde actiescènes in Salt werd de computer slechts ingezet om een aantal naamborden op gebouwen aan te passen.

Noyce over Noyce:
‘Ik ben naar Hollywood gekomen om films in een meritocratie te kunnen te maken.’
(Efilmcritic.com, 2003)

‘Ik bereikte een punt in mijn carrière waar ik besloot dat ik films wilde maken die verhalen vertelden die ik belangrijk vond, in tegenstelling tot de verhalen die “het systeem” wilde maken. Je moet nog steeds door dat systeem, maar hoe lager het budget hoe meer vrijheid je hebt.’
(Girl.com, 2006)

(of hij de popcornfilm compleet achter zich heeft gelaten) ‘Nee, dat zou dom zijn om dat te zeggen. Want er kan altijd een goed verhaal langs komen. Ik hou er van om mensen te entertainen, om met het publiek te communiceren. Popcorn en kunst sluiten elkaar vaak uit, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn.’
( Efilmcritic.com, 2003)

(over The Quiet American) ‘Ik had de film nooit kunnen maken als ik niet een klein beetje ervaring had gehad in het maken van commerciale films. Ik had in ieder geval geen geld gekregen voor The Quiet American als ze bij InterMedia, de financier, niet overtuigd waren dat de film, ondanks het onderwerp, een kans had om geld op te brengen.’
 (Efilmcritic. com, 2003)

(over Rabbit-Proof Fence) ‘Ik heb lange tijd gezocht naar een Australisch script, maar zonder succes, omdat ik steeds meer losgekoppeld raakte van Australië. Ik was vervreemd van mijn eigen cultuur.’
(Bbc.co.uk, 2002)

(over werken met non-professionele acteurs tijdens Rabbit-Proof Fence) ‘Na jaren in Hollywood te hebben gewerkt, waar de acteurs de boel hebben overgenomen, was het een verademing om naar Australië te gaan en niet alleen met kinderen te werken, maar ook met acteurs zonder attitude .’
(Filmfreakcentral.net, 2002)