Hong-jin Na’s bioscoopdebuut The Chaser verraste vorig jaar vriend en vijand. Niet alleen was de film commercieel een groot succes, ook de onconventionele vertelwijze van de regisseur werd geprezen. En hoewel de film zich er eigenlijk niet voor leent, is een Amerikaanse remake al in de maak.
Want hoe gaan ze in Hollywood om met de typisch Zuid-Koreaanse mix van bruut geweld, cynische dialogen en droge humor? En zullen ze het onconventionele en verrassende einde dit keer ook niet kunnen verteren en glorieus om zeep helpen, net als in The Vanishing (de Amerikaanse versie van Spoorloos)?
Het zijn vragen waar je je als kijker direct mee bezig houdt na het zien van The Chaser, een film die je wel liefdevol móet omarmen. Het opvliegende karakter van hoofdpersonage Jung-Ho, ex-agent, maar nu als pooier op zoek naar een seriemoordenaar die ‘zijn’ meisjes van het leven berooft, werkt even aandoenlijk als aanstekelijk. Zijn ongecontroleerde driftbuien voorzien de film van een krachtige drive en ruwe dynamiek.
Gelukkig maar, want de plot alleen is, ondanks het vlotte tempo, niet boeiend genoeg om de aandacht de volle twee uur vast te houden. The Chaser hangt hiervoor, met name in het middendeel, net iets te veel van toevalligheden aan elkaar en schuwt het sentiment niet. Zo vervult de dochter van een van de vermiste prostituees van Jung-Ho een centrale rol. Haar gevatte en droogkomische opmerkingen maken dit sentiment echter meteen een stuk beter verteerbaar.
Het sterke einde, waarin Hong-jin Na alle filmwetten aan zijn laars lapt, maakt vervolgens weer indruk. Jammer dat de karige extra’s op de dvd, enkel een handvol verwijderde scènes met slap commentaar van de regisseur, dat niet doen.