Het zit zo: in de nabije toekomst is er dusdanig met de menselijke genen
geklooid dat het ouderdomsproces na 25 jaar ophoudt. Daarna kan men alleen in
leven blijven door tijd te verdienen, te erven of te stelen. Alles kost tijd:
een kop koffie vier minuten, een busrit een uur, enzovoort. In de arm
geïmplanteerde klokken tonen aan hoeveel eenieder resteert.
In deze
samenleving heeft Will (
Justin Timberlake) het niet getroffen. Hij leeft in een achterstandswijk
waar elke minuut telt, terwijl elders in de stad miljonairs wonen die min of
meer het eeuwige leven hebben. Wanneer Will een goede daad verricht voor zo’n
geluksvogel, ontvangt hij een complete eeuw als dank. Dat maakt hem al snel een
doelwit voor criminelen – en voor tijdagent
Cillian Murphy, die de zaak niet vertrouwt.
Een stad waarin
niemand ouder oogt dan 25, dat ziet er geinig uit. En de plot van In Time werpt
aanvankelijk voldoende vragen op om de kijker geboeid te houden. Het probleem is
dat die vragen nooit worden beantwoord. Zoals eigenlijk al in de eerste
seconden wordt aangekondigd, wanneer Timberlake mompelt: ‘Ik zou wel kunnen
uitleggen hoe het allemaal zit, maar daar is geen tijd voor.’
Hoe is
het ooit begonnen met die leeftijdsgrens en die klokken? Gaat het om een
wereldwijde ontwikkeling, of speelt het alleen in deze stad? Wat bewaakt die
tijdpolitie nu precies? En waar heeft die voorzichtige arbeider Will zo leren
vechten, schieten en stuntrijden?
Zo rond de helft van de film,
nadat Will een wulpse miljonairsdochter (
Amanda Seyfried) heeft ontvoerd, nemen de onlogische wendingen en knullige
dialogen steeds lachwekkender proporties aan.
En dat terwijl
regisseur Andrew Niccol eerder zulke effectieve sciencefictionverhalen schreef
als Gattaca
en
The Truman Show, waarin zinnig commentaar wordt geleverd op moderne
ontwikkelingen. Ditmaal blijft hij steken in tegelwijsheden – pluk de dag, deel
met de armen, etc. – terwijl de filosofische mogelijkheden van het verhaal
onbenut blijven.
Timberlake, in zijn vierde grote rol binnen een
jaar, is een verdienstelijke actieheld, maar het beste stuntwerk komt van Amanda
Seyfried. De actrice met het curieuze uiterlijk hoeft alleen maar heel veel te
rennen, maar houdt dat consequent vol op naaldhakken. Petje af.
Een goed sciencefictionconcept laat zich compact samenvatten – de wereld is een computergestuurde illusie (The Matrix), er worden geen kinderen meer geboren (Children of Men), dat werk. Het uitgangspunt van de sf-thriller In Time vormt geen uitzondering: tijd is letterlijk geld.