Maar dáárover gaat De bende van Oss niet. De politieke intriges rond de zaak- Oss worden summier aangestipt, maar regisseur en coscenarist André van Duren, zelf afkomstig uit de regio, is veel geïnteresseerder in de misdaden zelf, en de rouwdouwers die ze pleegden. Uit de historische voorvallen die hij onderzocht destilleerde hij een sterk gefictionaliseerd verhaal, rond een caféhoudster/ prostituee die het Osse misdaadmilieu probeert te ontvluchten.
Dat verhaal is van begin tot eind onderhoudend. Van Duren dient het sappig op, in hapklare brokken en zonder al te onverteerbare clichés. De jaren- dertigaankleding overtuigt, en de cast, sprekend in een algemeen Brabants dialect, stelt niet teleur: Sylvia Hoeks staat haar mannetje als opportunistische antiheldin, Marcel Musters schmiert er lekker op los als Brabantse Al Capone, en Frank Lammers wekt sympathie op als gereserveerde boekhouder. Ook de bijrollen zijn goed gevuld – te goed misschien: acteurs als Pierre Bokma, Maria Kraakman en Jaap Spijkers hebben amper iets te doen, en van Vlaming Matthias Schoenaerts (Rundskop) hadden we best meer willen zien.
Ondanks het vakwerk op alle terreinen wil De bende van Oss toch maar niet meeslepend worden. Daarvoor blijven de personages dramatisch te veel op afstand : iedereen is uit op eigen gewin, en in de aaneenschakeling van ruzies en misdrijven wordt zelden tijd ingeruimd voor een subtiele terzijde.
Dat André van Duren de geschiedenis van zijn geboortestreek wilde vertellen door de ogen van dit geteisem is wel begrijpelijk – historische gangsterfilms zijn in Nederland nog amper gemaakt. Dat neemt niet weg dat een ander perspectief misschien boeiender drama had opgeleverd. Het brede, politieke verhaal rond de zaak Oss, gesitueerd in een tijd van ongekende nationale en internationale spanningen, kan dát niet eens worden verfilmd? En dan liefst zonder anachronistische titelsong van JW Roy en Guus Meeuwis?
Een bende wás het, zo vlak voor de Tweede Wereldoorlog in Oss. Overvallen, vechtpartijen, moord, brandstichting, misbruik, fraude – en iedereen was erbij betrokken: de arbeiders, de elite en de kerk. De vele misstanden leidden uiteindelijk tot een heuse vechtpartij in de Tweede Kamer en de val van het kabinet Colijn 4.