‘De banaliteit van het kwaad’ heet het sinds Hannah Arendts boek over het
Eichmannproces, verwijzend naar de alledaagsheid van nazi-crimineel Adolf
Eichmann. Markus Schleinzers portret van een pedofiel laat precies dat zien: het
dagelijks leven van de dader. Zoals de film elke sensatie vermijdt, blijven ook
psychologische verklaringen achterwege.
In plaats daarvan
observeert de film Michael in z’n natuurlijke habitat. Aan het werk met collega’
s, onderweg in de auto naar de radio luisterend, maar ook samen etend met z’n
jonge gevangene en samen de kerstboom optuigend. Huiselijke taferelen voor wie
per ongeluk binnen zou komen wandelen. Niet dat zoiets gebeuren kan, want
Wolfgang mag pas naar boven als ’s avonds de rolluiken naar beneden en de deuren
gesloten zijn. Als Michael met vrienden gaat skiën blijft de jongen achter in
de kelder met blikken voedsel.
Gaandeweg onthult de film zo details
van Michaels strategie om de gruwelijkheden voor de buitenwereld verborgen te
houden. Maar evenzoveel details komen we nooit te weten. Hoe lang de jongen al
opgesloten zit en zelfs of hij Michaels eerste slachtoffer is, laat Schleinzer
in het midden. Ook de verkrachtingen blijven ver buiten beeld. Als het zover is
, zien we Michael de duisternis van de kelderkamer betreden. Een letterlijke
maar ook een morele duisternis.
Het effect van de klap die de film
uitdeelt dringt pas geleidelijk door. Dankzij de regie van Markus Schleinzer,
die jarenlang casting agent was voor
Michael Haneke en
Jessica Hausner, twee Oostenrijkse filmmakers met een even grote hang naar
macaber realisme. En ook dankzij hoofdrolspelers Michael Fuith en David
Rauchenberger, die feilloos de rol van jager en prooi verbeelden. De een
berekenend in alles, de ander terughoudend om zoveel mogelijk pijn en straf te
vermijden. In elke scène voel je de verwoestende invloed van het hoofdpersonage
op de levens van anderen. Maar pas in het zwart na die laatste seconde van de
film word je gevloerd door de volle monsterlijke waarheid van wat je hebt gezien
.
Dertiger Michael (achternaam onbekend) komt na een dag hard werken thuis met de boodschappen. Hij pakt ze uit, kleedt zich om en begint met koken. Alles lijkt normaal. En dan loopt de kalende Oostenrijker naar de kelder, haalt een grote stalen deur van het slot en roept in het donker dat het eten klaar is. Even later zit Michael aan tafel met Wolfgang.