Een clubje wetenschappers en excuuspersonages raakt op Antarctica afgesloten
van de buitenwereld. Ondertussen kruipt het wezen dat ze net uit het ijs hebben
gezaagd rond om ze een voor een op gruwelijke wijze af te slachten. Omdat het
ongedierte de gedaante aanneemt van zijn slachtoffer, kan opeens iedereen de
vijand zijn.
John Carpenter wist destijds van dit gegeven een spannend mengsel van gore
en paranoia te maken, dat in een tijd van vrolijke Spielberg-aliens nog niet
door veel mensen op waarde werd geschat. Van Heijningen Jr. doet weinig met de
paranoia – het blijft bij wat zwakke scènes waarin de personages slinks naar
elkaar loeren. De regisseur mikt vooral op gore: niks langzaam opbouwen, maar
instant bevrediging voor de gruwelliefhebber.
Het moet gezegd,
zelden zag je zo overtuigend een gezicht worden opengescheurd, of een menselijk
lichaam transformeren in een hoop tentakels en tanden. De afschuwelijke beelden
intrigeren en wekken in eerste instantie bewondering op. Spannend worden de
groteske scènes echter geen moment. Om de verveling tegen te gaan ga je als
kijker al snel aftellen: wie wordt het volgende slachtoffer?
De loop
van het verhaal kennen we inmiddels uit honderden eerdere films – niet alleen
de vorige ‘Things’. En omdat de personages plat en inwisselbaar zijn, boeit het
niet of het nou Henrik, Karl of Noor nummer elf is die door de alien als
bloederige handpop wordt gebruikt.
Het meest irriteren echter de
details. Clichés als een radioverbinding die niet werkt of een aanstaande storm
kunnen we nog door de vingers zien, veel erger zijn de momenten waarop
personages zouden moeten rennen voor hun leven en dat niet doen, of zouden
moeten bibberen van kou, angst en wantrouwen in plaats van een verbale update
geven van hun emotionele status.
Op wat dure special effects na, die
slechts een tijdje imponeren, gebeurt er niets nieuws onder de poolzon.
Als het buitenaardse wezen in de film zelf, kopieert The Thing van Matthijs van Heijningen Jr. bestaande dna-patronen – die van twee horrorklassiekers in dit geval – om ze vervolgens aan gort te scheuren. Deze prequel van John Carpenter’s The Thing uit 1982, wat weer een remake was van de klassieker The Thing From Another World uit 1951, brengt weinig origineels en is op alle fronten inferieur aan de originelen.