En disfunctioneel is bij lange na niet voldoende om dat gezin te omschrijven . De wereld van de Hoesseintjes is er een van drugs, moord en verkrachting. Met een moordende dictator aan het hoofd, een lijdzame moeder aan zijn zijde, en een psychopathische zoon die zijn best doet zijn vader in wreedheid te overtreffen.
Uday Hoessein, de meest gestoorde van Saddams zonen, snuift bergen coke van de punt van zijn mes, hakt mensen die niet voldoende respect tonen in mootjes, en plukt schoolmeisjes van straat die hij vervolgens verkracht. Geen ideale hoofdpersoon voor een film, en dus draait het in The Devil’s Double zogenaamd om ene Latif Yahia, een argeloze Irakees die gedwongen wordt op te treden als Uday ’s dubbelganger.
Zogenaamd, want al is de film officieel gebaseerd op een boek van Yahia, Tamahori blijkt meer geïnteresseerd in Uday, en in ’s mans liederlijke feestjes en wrede escapades. De politieke situatie in Irak (dat nota bene in twee oorlogen is verwikkeld) is slechts decor voor een film die een kruising wil zijn tussen de softporno van Caligula (1979) en het extreme geweld van Scarface (1983).
In zijn indrukwekende debuutfilm Once Were Warriors (1994) zoomde de Nieuw-Zeelandse regisseur Lee Tamahori in op een disfunctioneel Maori-gezin. Wat neerkwam op veel alcohol, huiselijk geweld en incest. In The Devil’s Double – ruim 15 jaar later – keert Tamahori terug naar het disfunctionele gezin. Het gezin van de Irakese dictator Saddam Hoessein.
Veel inzicht in het verwrongen brein van Uday krijgen we niet, en ook de dilemma’s van dubbelganger Latif blijven eendimensionaal. Hij verafschuwt alles wat hij ziet, en wordt vooral neergezet als ‘a good man in a wrong job’.
Dat de film toch het aankijken waard is, is vooral te danken aan de jonge Britse acteur Dominic Cooper (1978), die beide personages speelt. Eigenlijk speelt hij ook nog een derde rol, die van Latif die doet alsof hij Uday is. Cooper schakelt moeiteloos tussen een heel scala aan emoties. Dan weer is hij opvliegend als een verwend kind (Uday), dan weer wordt hij innerlijk verscheurd door wat hij allemaal moet aanschouwen (Latif).
Hollywood wilde zijn handen niet branden aan de film, die uiteindelijk met Belgisch en Nederlands geld werd gemaakt. Wellicht daarom was er ook een rolletje voor Mimoun Oaïssa. Hij speelt Ali, een van de twee lijfwachten van Uday.