De recente avonturen van de strijder liggen vooral wat betreft bruutheid
dichter bij de pulpverhalen die auteur Robert E. Howard in de jaren ’30
produceerde dan de door
John Milius en
Oliver Stone geschreven voorganger.
Al in de eerste minuten
steekt de meest recente Conan Arnie als barbaar naar de kroon wanneer hij als
klein jochie met blote handen op gruwelijke wijze een kwartet monsters
uitschakelt. De gore is daarbij volledig aangepast aan de wensen van het moderne
grote publiek. Wat de massa volgens de grote studio’s verder wil is 3D. En in
tegenstelling tot veel andere dure Hollywoodvehikels die de bioscopen met 3D
bombarderen, voegt het effect hier in sommige actiescènes daadwerkelijk een
gevoel van immersie toe. Zo nu en dan is het bloed dat uit opengereten lichamen
spuit zowat te proeven en schuifel je ongemakkelijk op je stoel door de
intensiteit van het spektakel om je heen.
Alsnog is er veel
onnodige cliché-actie waarbij zwaarden onovertuigend uit het bioscoopdoek steken
en explosies puin op het publiek afvuren. De groots bedoelde
fantasylandschappen willen al helemaal niet overtuigen met de extra dimensie; de
bergen en kastelen ontstijgen nergens het niveau van kijkdoosdecors.
Waar het beeld extra diepte krijgt, daar zijn de personages platter dan
voorheen. Het zijn lege hulsels in een flinterdun verhaal over wraak, die enkel
rondwandelen om oneliners te bezigen als ‘he was born in blood’, en natuurlijk
om ruggengraten uit andere levende wezens te rukken. Met zijn geforceerde mimiek
en stem wekt hoofdrolspeler
Jason Momoa (Game of Thrones) geen enkele sympathie op. Dat is knap,
aangezien zijn moeder wordt doodgestoken terwijl hij nog in haar baarmoeder
bivakkeert, en zijn vader later voor zijn ogen vermoord wordt. De enige pijn die
je voelt is zo nu en dan die van de gekromde tenen in je schoenen als Conan
zijn mond opendoet.
Voor een status als cultklassieker had de film
echter nog een stuk slechter of absurder moeten zijn, nu zal middelmatigheid de
meest recente Conan waarschijnlijk snel op missie richting vergetelheid sturen.
In 1982 bolde Arnold Schwarzenegger zijn spierbundels en reeg als cultheld Conan the Barbarian een regiment vlerken aan zijn zwaard. Nu, bijna dertig jaar later, komt er wederom een Conan uit. Let wel, er is hier geen sprake van een remake, maar van een nieuwe versie gebaseerd op het originele bronmateriaal.