Zelfs als je geen rabiate horrorfan bent, is de kans groot dat je ooit een
film van genrekoning John Carpenter hebt gezien. Misschien niet de slasher
Halloween, maar dan zeker toch
Christine of
The Thing. Die stammen allebei uit de vroege jaren tachtig, toen Carpenter (
1948) als scenarist en regisseur op z’n hoogtepunt was. Het gaat te ver om te
beweren dat het sindsdien alleen maar bergafwaarts is gegaan, maar veel meer
hoogtepunten heeft zijn carrière niet opgeleverd.
Zou The Ward die
ramkoers kunnen keren? Carpenters eerste project in tien jaar heeft alle
ingrediënten om de film tot een genresucces te maken: een gesloten afdeling van
een krankzinnigengesticht in de jaren zestig, toen psychiaters er nog
ongehinderd op los konden experimenteren met elektroshocks, vrouwelijke
hoofdpersonen die er om onduidelijke redenen gedwongen zijn opgenomen, en een
geest die 's nachts over de gangen zwerft en de vrouwen een voor een vermoordt.
De schaars geklede Kristen (
Amber Heard) die in de openingsscène voor een brandende boerderij wordt
gevonden, is een duidelijke knipoog naar de exploitatiefilms uit de jaren
zeventig.
Eerlijk is eerlijk, The Ward heeft in de eerste helft een
paar spannende momenten en doet niet zo vermoeid en ongeïnspireerd aan als de
films die Carpenter in de tweede helft van de jaren negentig maakte. Maar daar
is het eigenlijk wel mee gezegd.
Echt spannend wordt de film nergens
en je vraagt je af of Carpenter op de set niet gewoon heeft liggen slapen. Het
idee van suspense wordt na de eerste paar geestverschijningen helemaal
losgelaten; het rubberen monster in de daaropvolgende scènes lijkt rechtstreeks
uit een feestwinkel de set op gestapt. Bovendien hebben de bordkartonnen
personages allemaal zulke keurig omschreven rollen dat het verhaal verstikkend
schematisch aanvoelt. Misschien komt dat doordat de regisseur het scenario zelf
niet schreef, wat bij zijn grote successen altijd wel het geval was.
Een spannende scène waarin twee meiden door het ventilatiesysteem proberen te
ontsnappen, toont aan dat Carpenter de kunst nog wel beheerst. Hij doet er
echter nauwelijks iets mee. Tegen de tijd dat het laatste stukje van de puzzel
op z’n plek valt en het verhaal achter de moorden onthuld wordt, kan het de
kijker allemaal niks meer schelen. Verder dan wat vluchtige nostalgie naar zijn
oude successen komt Carpenter niet.
Na tien jaar eindelijk weer een genrefilm van de legendarische horrorregisseur John Carpenter, die met het kassucces Halloween in 1978 het slashergenre naar een groot publiek bracht.