Visueel is alles weer onmiskenbaar Burton. Maar terwijl recentelijk in Sweeney Todd, Alice in Wonderland en Dark Shadows decor en stijl steeds pompeuzer werden en de extravagantie de rest van de film vertroebelde, distilleert de filmmaker hier de kernelementen van zijn stijl tot een subtiel macaber universum dat perfect aansluit bij de inhoud.
In het schemerende zwart-wit, vol prachtige decors en onheilspellende schaduwen, ondersteund door een prettig griezelige piep-en-kraaksoundtrack van componist Danny Elfman, woont het zonderlinge jongetje Victor Frankenstein met zijn hond Sparky. Als zijn ouders vinden dat hij meer naar buiten moet, slaat direct het noodlot toe: Sparky komt onder een auto. Burton blijft in zijn films onderstrepen dat doorsnee niet per se goed is voor de gezondheid.
Gelukkig voor Victor is hij niet heel doorsnee. Het jochie bouwt een bizarre constructie van wat huishoudelijke apparaten, graaft op het kerkhof de decomposterende viervoeter op en wacht op een onweersbui. De dood: geen onoverkomelijk obstakel voor een beetje geschifte wetenschapper! Snel rent Sparky weer rond. Het feit dat hij lekt bij het drinken of dat er een oor afvalt als hij te hard krabt, is voor Victor een detail. Met dit jongetje-en-zijn- hondgegeven als basis heeft de film ondanks een creepy atmosfeer wel een warm, kloppend hart.
Zijn klasgenootjes krijgen door wat Victor gedaan heeft en direct worden links en rechts oude huisdieren opgegraven. Binnen de kortste keren wordt het rustige dorp overspoeld door een horde bizarre creaturen en is het aan Sparky en Victor om de dag te redden.
Inderdaad, dat is niet bijster origineel, het verhaal is niet meer dan een verzameling aan elkaar genaaide plotelementen uit oude werken. Maar het geeft Burton en consorten wel de kans om de film vol te proppen met referenties aan bijvoorbeeld Frankenstein, Godzilla, Gremlins, Jurassic Park, Gamera en natuurlijk veel van zijn eigen werk. Daarmee is Frankenweenie behalve grappig, mooi en spooky vooral ook een rijkgevulde hommage aan de klassieke horror- en monsterfilms.
Tim Burton herhaalt zich. Niet alleen beginnen veel van zijn films inmiddels op één grote, gotische Johnny Depp-brij te lijken, nu maakt hij letterlijk een film die hij in 1984 al eens eerder maakte. Of beter, hij reanimeert het 29 minuten durende filmpje met echte acteurs en sleutelt het om tot een 3D stop motion-animatiefilm. Dat pakt echter heel goed uit en levert een van zijn beste films in jaren op.