Dat geldt helaas ook voor de Frans/Spaanse co-productie
7 Days in Havana, waarin zeven regisseurs telkens één dag voor hun rekening
nemen. De lijst met makers is indrukwekkend, maar dat geldt niet voor het
resultaat. 7 Days in Havana is een zielloos rommeltje, met onbenullige
verhaallijntjes die zich ook in elke andere wereldstad hadden kunnen afspelen.
En de filmpjes zijn van zeer wisselende kwaliteit.
Twee filmpjes
springen er positief uit. Die van
Elia Suleiman en
Gaspar Noé. En niet toevallig zijn dat de enige twee makers die afweken van
het oorspronkelijke plan dat iedere regisseur een verhaaltje uit het van te
voren uitgedachte script van
Leonardo Padura voor hun rekening zou nemen.
De andere moesten
het doen met Padura’s clichématige verhaal over argeloze toeristen, zwoele
zangeresjes en sexy travestieten. En hoe die elkaars leven in- en uitlopen.
Cantet – met een documentair gefilmd verhaal over een oude moeke die Maria
ziet – en
Trapero – over een beroemde filmregisseur die naar het festival van Havana
komt – weten daar nog het beste raad mee.
Het regiedebuut(je) van
acteur
Benicio del Toro, en de bijdragen van kitsch-regisseur
Julio Medem en
Juan Carlos Tabío, de enige Cubaan van het gezelschap, kunnen maar het beste
overgeslagen worden. Wat ons weer brengt bij de bijdragen van Suleiman en Noé,
die – heel begrijpelijk – niets konden met de voor hun door Padura uitgedachte
verhaaltjes en hun eigen plan trokken.
De Palestijnse regisseur Elia
Suleiman (The Time that Remains) maakte het meest politieke filmpje van de
zeven. Hij speelt in zijn droogkomische ‘Diary of a Beginner’ zelf ES, die
steeds de weg kwijtraakt in zijn hotel , en ook door de autoriteiten van het
kastje naar de muur gestuurd wordt.
De Frans/Argentijnse regisseur
Gaspar Noé, ooit verantwoordelijk voor het schandaalsucces
Irréversible, leverde met ‘Ritual’ de spannendste bijdrage af. Hij filmde de
duivelsuitdrijving van een jong, lesbisch meisje dat door haar ouders naar een
toverdokter wordt gebracht. Zonder dialogen en met een indrukwekkende,
hypnotiserende soundtrack.
Een episodenfilm gaat vaak in première op een prestigieus filmfestival, want het is de cinefiele natte droom. Van de producenten (‘kijk eens wie ik allemaal voor mijn karretje heb gespannen’) en van de festivaldirecteuren (‘kijk eens wie ik allemaal naar mijn festival heb weten te halen’). Het grote publiek heeft er meestal weinig aan, want een episodenfilm is in de regel een rommeltje.