Gustav, geboren in de noordelijke Alto Adige, heeft genoeg van de
reactionaire, mafioos verrotte televisiecratie Groot-Berlusconië en wil naar
Berlijn verhuizen. Luca, Romein en zuiderling in hart en nieren, ontwijkt liever
het dagelijks conflict met de politiek-economisch-maatschappelijke puinhoop die
zijn land de facto is geworden. Hij wil blijven. Tijdens hun giro d’Italia
tracht de één de ander met levende voorbeelden van zijn gelijk te overtuigen. De
cliffhanger zit, heel kien, al in de openingsscène. De huisbaas heeft Lu en Gus
de huur van hun Rome-appartement opgezegd, de verhuisdozen worden ingepakt.
Maar met welke bestemming?
Om het beestje maar bij zijn naam te
noemen: zelden werden zo veel deprimerende zaken op zo amusante wijze in een
documentaire aaneengeregen. Dat ligt deels aan de fraai gefotografeerde en met
pit gemonteerde road movie-vorm. Deels aan het charmant-relevante gekibbel van
levenspartners Luca en Gustav. En niet in de laatste plaats aan Italië. Hoe kun
je je het lot van dat prachtige land met die ontzagwekkende cultuurhistorie nu
niét aantrekken? Hoewel. De dweperij van de Berlusconisten met hun idool is even
bizar als beschamend. Onverbloemd toont de film diverse B-zotten in al hun
agressieve domheid.
Op spitsvondig cinefiele wijze trekken Hofer en
Ragazzi de parallel tussen de dode überdespoot Benito M. en rechtse Rome-
burgemeester Gianni Alemanno. Op een Romeins dak spelen ze een scène na uit Una
giornata particolare. In Ettore Scola’s klassieker is het oude wooncomplex
verlaten: de hele stad is uitgelopen om Il Duce te horen oreren. Behalve de
onvermoeibare huisvrouw en moeder Antonietta (Sophia Loren) en de ontslagen
homoseksuele radiopresentator Gabriele (Marcello Mastroianni). In Italy: love it
or leave it zijn het Gustav en Luca die, in de rollen van Marcello en Sophia,
op het dak de lakens opvouwen terwijl een potsierlijke spierballenspeech
weerklinkt. Alleen horen we hier niet Mussolini’s fascistenbombast, maar de
homofobe burgervader, toegejuicht door zijn klapvee. Inhoudelijk is het een
nestbevlekkende waaghalsscène, zeker, en hij hakt erin ook.
Van de
Fiat-succesmythe Turijn via het door Russisch patserdom overspoelde Rimini en de
afvalberg Napels naar het door de ‘Ndrangheta-mafia geteisterde Calabrië en het
Sicilië van de permanent politiebewaakte eenling: dit Italië is even ziek als
het trots is. Terry Gilliam-achtige animatievignetten bieden absurd-komisch
contragewicht bij de zich opstapelende droefenis. De tot leven komende Rimini-
ansichten, bijvoorbeeld, zijn oergeestig. En gaande de omzwerving verandert de
iconische Fiat 500 stripachtig vrolijk van kleur. Doorslaggevend, uiteindelijk,
is echter de positieve boodschap van de geïnterviewde Italianen die te veel van
hun land houden om te vertrekken. En actie ondernemen, op welk vlak dan ook.
Italy: love it or leave it is zo’n actie, en een die ver voorbij de landsgrenzen
reikt.
‘Helaas hebben we het tegenwoordig alleen over de negatieve dingen,’ observeert abt Fedele van het Pusano-klooster in Apulië tegenover zijn bezoekers, documentairemakers Gustav Hofer en Luca Ragazzi. ‘Een boom die valt, maakt meer lawaai dan een bos dat groeit.’ Dat zen-achtige aforisme zou de subtitel kunnen zijn bij de Italië-rondreis die het docuduo in 2011 maakte in een Fiat 500. De kleurrijke ansichten-agitprop die het heeft opgeleverd is tragikomische, bruisende cinema. Italië? Omarmen of opkrassen.