Albert Nobbs is bediende in een hotel in negentiende-eeuws Ierland. Een klein
mannetje met een bolhoed, rossig haar en een geheim. Nobbs is namelijk geen man
, maar een vrouw. Een vrouw die zich al dertig jaar verkleedt als man en niet
eens meer weet hoe ze echt heet.
Ze heeft de ideale baan, want ze
wil onzichtbaar zijn en een goede bediende is onzichtbaar. Dat gaat dertig jaar
goed, totdat op een dag een schilder naar het hotel komt die de nacht in Alberts
kamer moet doorbrengen.
De schilder ontdekt Alberts geheim, maar
blijkt – voor de kijker niet echt een verrassing – zelf ook een verklede vrouw
te zijn. Het feit dat de schilder, energiek gespeeld door Janet McTeer, zich
niet voor de buitenwereld verstopt, zet Alberts leven op zijn kop. Voor ze het
weet, droomt ze van een eigen tabakszaak samen met huismeid Helen.
De titelrol in Albert Nobbs wordt gespeeld door
Glenn Close, die de rol ook al in het theater speelde, begin jaren tachtig.
Die rol maakte toen zo veel indruk op Close, dat zij de drijvende kracht werd
achter de verfilming dertig jaar later.
Het duurde even voordat ze
het project van de grond kreeg. Aanvankelijk, rond 2000, zou de Hongaarse
regisseur
Istvan Szabo de film maken, maar Close kreeg de financiering niet rond. Een
doorstart tien jaar later met regisseur Rodrigo García, de zoon van schrijver en
Nobelprijswinnaar Gabriel García Márquez, bleek uiteindelijk wel succesvol.
Close, die volkomen geloofwaardig is als man, werd genomineerd voor een Oscar
voor beste (vrouwelijke) hoofdrol. Zij is het beste in een film die verder te
veel op afstand blijft. De film heeft weinig verrassends te melden over sekse en
identiteit en de verschillende subplotjes stellen niet veel voor.
Gelukkig wordt in de film niet voor een makkelijk einde gekozen en blijft Albert
– die zover van haar eigen gevoel af is komen te staan dat ze de weg terug
nooit meer zal vinden – volkomen onpeilbaar. Waardoor ze buiten een lief en
vreemd mannetje inderdaad ook een beetje een freak is.
In het kostuumdrama Albert Nobbs wordt de titelheld achtereenvolgens ‘a kind little man’, ‘a freak’ en ‘the strangest man I ever met’ genoemd. Alle drie kwalificaties kloppen, en alle drie zijn onjuist.