De acteercarrière van Thomas McCarthy gaat alle kanten op. De Amerikaan
speelde mee in komedies als The Guru en Little Fockers, de blockbuster 2012,
maar ook kwaliteitsdrama als Syriana en tv-serie The Wire. Dan is McCarthy’s
bescheiden oeuvre als scenarist/regisseur een stuk consistenter. Na drie films
weet je precies wat je van zijn films kunt verwachten: warm, bescheiden,
menselijk drama met een flinke dosis humor en een scheutje melancholie. En een
fijne verzameling Amerikaanse indie-acteurs.
De plots van McCarthy’s
films zijn opvallend vergelijkbaar: door toevallige ontmoetingen krijgen
vastgelopen personages weer een beetje zin in het leven. In
The Station Agent is het de mensenschuwe dwerg Fin (Peter Dinklage) die
tegen wil en dank bevriend raakt met een depressieve vrouw en een drukke
hotdogverkoper. En in
The Visitor treft de uitgebluste weduwnaar Walter (Richard Jenkins) twee
illegale immigranten aan in zijn appartement, die zijn leven aangenaam op de kop
zetten.
Loser van dienst in Win Win is Mike (
Paul Giamatti, perfect gecast), een brave huisvader en vrijwillige
worstelcoach met een slecht lopende advocatenpraktijk. Wanneer hij voor een
extra zakcent voogd wordt van een rijke, dementerende cliënt, raakt hij
onverhoopt betrokken bij diens familieproblemen: een verslaafde dochter en
onhandelbare kleinzoon – die een groot worsteltalent blijkt.
Groots
drama en breed uitgemeten hilariteit blijven uit in Win Win, de film is
ontroerend en geestig op een bescheiden niveau. Mike’s gezin, werk, vrienden en
problemen zijn verfrissend levensecht. Dat de plot nooit helemaal uitstijgt
boven die van een sitcom stoort niet; met deze personages leef je graag een
poosje mee, ongeacht wat ze precies beleven.
Extra's: verwijderde scènes, interviews, making of.
Bekijk hier de trailer van Win Win.