Dat klinkt als de plot van de actiehit
Under Siege, maar de kombuis op dit specifieke schip is niet het domein van
een door
Steven Seagal gespeelde ex-militair. Hier werkt gewoon een doodsbange kok
die zo gauw mogelijk naar huis wil, terug naar vrouw en dochter. En de piraten,
dat zijn geen Jack Sparrow-types, maar opgefokte Somaliërs met automatische
geweren, die zelf ook amper lijken te beseffen waar ze aan beginnen.
De kok wordt gespeeld door
Pilou Asbæk, en de directeur van het vrachtbedrijf waarvoor hij werkt, die
met de piraten in onderhandeling gaat, door
Søren Malling. Liefhebbers van de Deense serie
Borgen kennen dit duo beter als Kasper Juul en Torben Friis. Dat is geen
toeval: regisseur/scenarist van Kapringen (internationale titel: A Hijacking) is
Tobias Lindholm, die twintig afleveringen van de serie schreef – alsook de
Deense films
Submarino en
Jagten.
Uiterst sober en geloofwaardig verbeeldt Lindholm hoe
een moderne piratenaanval verloopt. Er klinkt bijna geen muziek, het verhaal
verloopt fragmentarisch, en er komt amper actie in beeld – de aanval zelf wordt
nota bene overgeslagen. Daarvoor in de plaats krijgen we de psychologische
gevolgen voor de betrokkenen te zien, de angst en onzekerheid, de verveling en
lamlendigheid ook.
Want deze kaping – losjes gebaseerd op een echte
zaak – is niet in een paar dagen opgelost. De onderhandelingen tussen de
directie in Kopenhagen en de piraten, die de kok inzetten om de druk te verhogen
, verzanden in een zenuwslopend kat-en-muisspel dat zich weken voortsleept.
De minimalistische aanpak werkt soms frustrerend: iets meer
achtergrondinformatie was best welkom geweest. Anderzijds wekt de focus van
Lindholms verhaal, en zijn weigering om terug te vallen op Hollywoodformules,
veel ontzag.
Zo kan het dus ook: deze arthouse-thriller is minstens
zo spannend als Under Siege.
Wanneer een schip wordt gekaapt door piraten, is het aan de kok om de boel te redden.