Niet dat Prince Avalanche geheel vrij is van meligheid. Het gaat alleen om
een subtielere vorm van meligheid. Centraal staan de zwagers Alvin (
Paul Rudd), nogal een stijve hark, en Lance (
Emile Hirsch), een luie vrijbuiter. Samen werken ze in de zomer van 1988 een
paar maanden als wegwerkers in een eenzaam natuurgebied. Aanvankelijk brengen
ze de tijd vooral zwijgend of kibbelend door, maar langzaam groeien ze iets
dichter naar elkaar toe.
Minstens zo'n grote rol als de personages,
speelt het landschap in Prince Avalanche. Regisseur Green kwam op het idee voor
de film toen een groot natuurpark in de buurt van zijn woonplaats Austin, Texas
, zwartgeblakerd werd achtergelaten door een bosbrand. Hij was zo onder de
indruk van de desolate schoonheid dat hij op zoek ging naar een klein verhaal
dat hij binnen een paar weken in het gebied zou kunnen opnemen, voordat de
natuur weer zou opbloeien. Een kennis wees hem toen op de minimalistische
IJslandse film Á annan veg, waarvan hij het uitgangspunt leende en verplaatste
naar Texas.
Het eindresultaat is amusant en sympathiek, al werkt
de combinatie van luchtige komedie en melancholiek drama niet in elke scène even
soepel. Het meest geslaagd is de sfeer, vooral in poëtische terzijdes waarin de
spookachtige omgeving alle ruimte krijgt. De muziekscore van postrockers
Explosions in the Sky sluit hier mooi bij aan.
In Berlijn, waar
Prince Avalanche in première ging, werd Greens rehabilitatie als regisseur
beloond met een Zilveren Beer. Voorlopig blijft hij goed bezig: zijn nieuwe film
Joe, een boekverfilming met eindelijk weer eens een serieuze hoofdrol voor
Nicolas Cage, werd de afgelopen weken positief ontvangen op de festivals van
Venetië en Toronto.
Gelukkig. Het pad dat Amerikaanse regisseur David Gordon Green was ingeslagen met de flauwe komedies Your Highness en The Sitter, wordt voorlopig niet voortgezet. Met de minimalistische tragikomedie Prince Avalanche keert Green terug naar de dromerige stijl van eerder werk als All the Real Girls en Undertow.