Kunstkenner Harry Dean (
Firth) wil zijn nare baas, kunstverzamelaar Lionel Shahbandar (
Rickman), een lesje leren en bedenkt een plan. Om hem een valse Monet te
kunnen verkopen moet hij echter de hulp inschakelen van de roekeloze rodeo-ster
PJ Puznowski (
Cameron Diaz), en dat brengt zijn hele operatie in gevaar. Alles wat mis kan
gaan, etc. Daarbij worden absurditeiten als een leeuw als onverwacht
beveiligingssysteem niet geschuwd.
De Coens, die de regie overlaten
aan Michael Hoffman, hebben flarden van het oorspronkelijke verhaal intact
gelaten, soms met letterlijk overgenomen dialogen, maar hebben de rest aan gort
gesleuteld. De grootste en meest hinderlijke verandering is de algehele toon van
de film. Waren de avonturen van
Caine en
MacLaine als kunstdieven nog spannend met een vleugje komedie, de perikelen
van Firth en Diaz zijn verworden tot platvloerse klucht.
Caine's
personage bezat een bepaalde coolheid waar MacLaine's personage met haar
naïviteit kleine deukjes in wist aan te brengen. Firth is daarentegen vanaf het
begin een schlemiel, die onnozelheid op onnozelheid stapelt. Slapstick blijkt
niet de sterkste kant van de Oscarwinnende Brit, wat duidelijk wordt wanneer hij
worstelt met bureaustoelen of zijn broek scheurt aan een puntig hekje.
Het zijn overbodige uitvergrotingen, die echter volledig in de lijn liggen van
andere elementen in de film, zoals het afschuwelijk aangezette Texaanse accent
van Diaz, flauwe spraakverwarringen over piemels, en vrouwen die boeren en
scheten laten. Het enige lichtpuntje is
Stanley Tucci in de bijrol van Martin Zaidenweber, een personage dat hij
speelt als een kruising tussen Peter Sellers' Dr. Strangelove en Sacha Baron
Cohens Bruno. Maar om daar nou de rest van deze verschrikking voor uit te zitten
…
Bijna vijftig jaar na de eerste versie met Michael Caine en Shirley MacLaine hebben de gebroeders Coen het script herschreven van de komische thriller Gambit uit 1966. En dat was nergens voor nodig, want zelfs met begenadigde acteurs als Colin Firth, Cameron Diaz en Alan Rickman in de hoofdrollen blijkt het origineel op alle fronten superieur.