En er zijn nog wel meer overeenkomsten tussen Sorrentino's film en Fellini's meesterwerk. Zo is Sorrentino's hoofdpersoon Jep Gambardella net als Fellini's Marcello een gemankeerde schrijver die zich heeft verlaagd tot societyjournalistiek. Volgen we de hoofdpersonages slechts een korte tijd en zijn beide films episodisch van opzet. Dan zijn er nog de talloze freaks en eindeloze feesten. En natuurlijk het ontzag dat beide regisseurs voor Rome hebben. (Zowel Fellini als Sorrentino zijn buitenstaanders, in de provincie geboren en later naar Rome verhuisd.)
De overeenkomsten zijn zo talrijk dat je La grande bellezza wel móet vergelijken met La dolce vita. Het spreekt voor Sorrentino dat zijn film die vergelijking prima kan doorstaan.
Er zijn natuurlijk ook verschillen. Gambardella is 65 – ruim dertig jaar ouder dan Marcello – en kijkt terug op een leven vol gemiste kansen en verloren liefdes. La grande bellezza is daarom nostalgischer, meer bespiegelend. Maar het belangrijkste verschil is de tijd waarin beide films gemaakt zijn. La dolce vita in de hedonistische jaren zestig, La grande bellezza in het platte, poenerige Italië van Berlusconi & Co.
Sorrentino is te slim om direct naar Berlusconi te verwijzen, al kan hij het niet nalaten beelden van het gestrande cruiseschip Costa Concordia te laten zien , en is het maar een kleine stap van de eindeloze feestjes in La grande bellezza , waarop oude mannen zich in het zweet dansen, naar de bunga bunga-feestjes van Berlusconi.
Maar La grande bellezza is – net als La dolce vita overigens – meer dan een commentaar op de tijd waarin hij gemaakt is. De film is bovenal een universeel (en tijdloos!) verhaal over een man, Jep Gambardella ( prachtig gespeeld door Sorrentino-lieveling Toni Servillo), op zoek naar zin en inhoud achter al die prachtige, Romeinse façades.
Aan het begin van Paolo Sorrentino's La grande bellezza krijgt een Japanse toerist in Rome een hartaanval. Stendhal-syndroom is de suggestie. Bezweken aan de schoonheid van de Eeuwige Stad. Maar net als in die andere grote film over Rome – Fellini's La dolce vita (1960) – gaat er achter die grote schoonheid en dat zoete leven een existentiële leegte schuil.