Zijn nieuwste – The Look of Love – lonkt qua onderwerp en toon naar de onder
filmbuffs geliefde biopic
24 Hour Party People (2002), over platenbaas Tony Wilson en de Manchester-
muziekscene van de jaren zeventig en tachtig. Maar dat niveau haalt deze nieuwe
biopic over het leven van Paul Raymond, eigenaar van een serie erotische
theaters in dezelfde periode, niet helemaal. Er zijn wel in het oog springende
parallellen.
Behalve de titel van een popsong delen beide films
Steve Coogan in de hoofdrol als een flamboyant buitenbeentje achter de
schermen van de Britse entertainmentbusiness. Ook nu weer levert dat smeuïge,
absurde anekdotes op. Want Paul Raymond was een charmante man, rasentertainer en
slimme zakenman. Niet te beroerd om zijn vrijwel naakte vrouw terug een kooi in
te sturen bij een nijdige leeuw wanneer dat krantenkoppen en dus volle zalen
opleverde. Toen hij in 1958 in Soho een revuebar opende, legde hij daarmee het
fundament onder een erotiekimperium dat hem de rijkste man van het land zou
maken.
Machteloos was hij niettemin waar het het geluk van zijn
dochter Debbie betrof, die na een periode op een kostschool naast hem volwassen
werd in een wereld van mateloosheid en exces. In een sleutelscène laat hij het
kleine meisje in een taartjeswinkel ongelimiteerd inpakken. Als de gebakjes
jaren later voor coke zijn ingeruild, kiest pa opnieuw de weg van de minste
weerstand: ‘Ze kan haar eigen beslissingen nemen.’ Nou, niet dus.
Naarmate het erotisch getinte feest dat Wilson geeft over zijn
houdbaarheidsdatum raakt, verschuift de aandacht van hem naar de verhouding met
zijn dochter. Onder de aanvankelijk opgewekte biopic blijkt dan een tragedie
verstopt die als familiedrama afrekent met het softe, nostalgisch-romantische
beeld van de erotiekwereld in de jaren zeventig. Zoals dat eerder al gebeurde in
films als
Boogie Nights,
Call Girl en
I’m Not a F**king Princess.
Dat geld niet gelukkig maakt en
erotiek niet hetzelfde is als liefde, zijn belegen clichés. Dat Winterbottom
ermee weg komt, dankt hij aan zijn geraffineerde spel met genrevormen. Vrolijk
trakteert hij de kijker op zoveel bloot dat het gaat vervelen. Toch bladert hij
wat al te gezwind door het familiealbum, waardoor juist de vader-dochter-relatie
te hermetisch blijft in zijn psychologie. Wat rest is de leegte achter het
imago: een actueel thema dat ook al in
The Great Gatsby,
The Last Elvis,
The Bling Ring en
Behind The Candelabra werd belicht.
Het gevarieerde oeuvre van de Brit Michael Winterbottom omvat onder meer sterke politieke films (The Shock Doctrine, In This World, The Road to Guantanamo), thrillers van wisselende kwaliteit (Code 46, The Killer Inside Me), een niet bijster appetijtelijke erotische film (9 Songs) en een paar geslaagde komedies (24 Hour Party People, The Trip).