Glans (een sterke rol van
Pernilla August) paait Iris met mooie praatjes en luxe, leert haar hoe je
een champagneglas vasthoudt en oesters eet, alsmede de belangrijkste regel van
haar nieuwe job: geen vragen, alleen glimlachen. Voor ze er erg in heeft is het
meisje met de mooie, blonde pijpenkrullen een zeer gewilde callgirl. En dan is
er geen weg terug.
Hoewel 'mama' Glans naar eigen zeggen alleen maar
nette klanten heeft, krijgt Iris het zwaar te verduren. Ministers, rechters,
hoge ambtenaren en andere machthebbers blijken stuk voor stuk gewetenloze grijs
- en geilaards die zich onaantastbaar wanen. Niet alleen de (socialistische)
Zweedse politici, overigens; de Poolse ambassade betrekt óók meisjes bij Dagmar
Glans.
Call Girl is het even sfeerrijke als onderkoelde
speelfilmdebuut van de Zweedse regisseur Mikael Marcimain, die enkele
afleveringen van de hooggewaardeerde misdaadserie Wallander regisseerde en
regieassistent was bij Tomas Alfredsons
Tinker Tailor Soldier Spy. Call Girl heeft de vorm van een paranoiathriller
: iedereen kijkt voortdurend over zijn schouder; in Stockholm lijkt het altijd
middernacht én altijd te regenen. In de kern maakte Marcimain echter een
politieke moraliteit; in 2 uur en 18 minuten wordt genadeloos afgerekend met de
hypocrisie van het tijdperk van de vrijheid, blijheid.
Eén man gaat
de strijd aan met het establishment en bijt zich vast in de zaak, hoewel zijn
leven wordt bedreigd en er ook achter de schermen van alles wordt gedaan om de
zaak in de doofpot te laten verdwijnen. Als Glans desalniettemin in staat van
beschuldiging is gesteld, reageert zij ontzet. 'Word ik aangeklaagd, verdedigd
en veroordeeld door mijn eigen klanten?!'
De formidabele Nederlandse
cameraman
Hoyte van Hoytema schoot de film in de bruin-, geel- en oranjetinten die het
tijdperk aankleven. Ook de art direction (spijkerbroeken met soulpijpen,
plateauzolen, posters van Donny Osmond aan de muur; uitpuilende asbakken; de
mannen hebben snorren, de vrouwen bossen okselhaar en schaamhaar) en de
soundtrack overtuigen: dreigende beats worden afgewisseld door techno en
popmuziek van onder meer George McCrae, Bee Gees en – natuurlijk – Abba.
Aan het begin van Call Girl wordt gemeld dat de film is 'gebaseerd op ware
gebeurtenissen die zijn aangepast voor de film'. Desalniettemin wonden met name
de nabestaanden van de in 1986 vermoorde premier Olof Palme zich op over de film
. Met enkele aanpassingen werd een rechtszaak voorkomen; het tumult was er in
Zweden niet minder om.
Stockholm, halverwege de jaren zeventig. Terwijl politici praten over de verdere liberalisering van de wetgeving met betrekking tot incest, pedofilie en verkrachting ('verkrachting is alleen nog maar strafbaar als de dader meedogenloos was') belandt de veertienjarige Iris in een opvangtehuis. Daar ontmoet het tikje onhandelbare, met weinig gevoel van eigenwaarde behepte meisje de even mooie, even jonge Sonja, die haar in contact brengt met Dagmar Glans, een hoerenmadam met klanten in de hoogste kringen.