Heeft Hoe duur was de suiker van Jean van de Velde hier nog veel aan toe te
voegen? Zeker, al is het maar omdat er nooit eerder een Nederlandse speelfilm
werd gemaakt over de slavernij in Suriname. Van de Velde baseerde zijn film op
de gelijknamige bestseller van de Surinaamse auteur Cynthia McLeod uit 1987. Hij
deed vier jaar over het scenario, overlegde uitgebreid met de schrijfster en
stak veel tijd in research. Dat laatste is te merken: de film biedt een
overtuigend tijdsbeeld, vol fraaie kleding en decors.
Het verhaal
wordt in – gelukkig niet al te overdadige – voice-over verteld door Mini-Mini (
Yootha Wong-Loi-Sing), halfzusje en trouwe lijfslavin van de Nederlandse Sarith
(
Gaite Jansen). De jonge vrouwen, samen opgegroeid op een suikerplantage,
mogen (vermoedelijk) dezelfde vader delen, gelijkwaardig zijn ze natuurlijk niet
. Aanvankelijk lijkt hun situatie nog wel iets idyllisch te hebben, maar al snel
ontpopt Sarith zich tot een steeds akeliger mens – verveeld, egocentrisch,
sadistisch.
Al wordt met die voice-over gesuggereerd dat Mini-Mini
de hoofdpersoon is van Hoe duur was de suiker, Sarith krijgt veel meer aandacht
. Dat is niet erg: zij is ook het interessantste personage in de film. Of
althans: het personage met de meeste dramatische potentie. Hoewel ze overtuigend
wordt gespeeld door Gaite Jansen, is het de vraag of een wat rijpere actrice
Sarith niet nog interessanter had kunnen maken. In de vertolking van Jansen
wordt ze nooit een tragisch Madame Bovary-type, maar blijft ze steeds de nukkige
puber. Ook nadat er een decennium is verstreken.
Het epische
karakter van de film is sowieso lastig. Jean van de Velde wil wel erg veel
vertellen, waardoor sommige personages en verhaallijnen amper uit de verf komen
. Mogelijk heeft dat te maken met het feit dat Hoe duur was de suiker niet
alleen als bioscoopfilm wordt gepresenteerd, maar volgend jaar ook als
uitgebreidere tv-serie. Het is voor te stellen dat het verhaal straks met meer
ademruimte beter tot zijn recht komt. Nu is het nogal episodisch en wisselvallig
.
Wat dan ook weer met het scenario te maken heeft. Naast alle
aandacht die in de visuele details is gestoken, hadden de dialogen ook nog wel
wat opgepoetst mogen worden. Ze zijn soms wel erg 21ste-eeuws, of nogal soapy,
of veel te uitleggerig. De zoete slotzinnen klinken ronduit misplaatst. Waarom
moet zo'n heftige geschiedenisles met zo'n keurig strikje worden afgesloten?
Alsof het uiteindelijk toch ook wel weer meeviel, allemaal.
Dat het
níet meeviel, dat heeft Van de Velde eerder in de film een paar keer schrijnend
en meeslepend over weten te brengen. Het zijn vooral die scènes die Hoe duur was
de suiker als film de moeite waard maken.
Het afgelopen jaar is de achttiende- en negentiende-eeuwse slavernij in de bioscoop al vanuit diverse invalshoeken verbeeld. In Lincoln zagen we de politieke strijd rond de afschaffing van de slavernij in de VS, Django Unchained was een brute wraakfantasie, Tula: The Revolt een heroïsche reconstructie van de slavenopstand op Curaçao, en 12 Years a Slave (binnenkort in première) is de verfilming van een autobiografie van een Amerikaanse ex-slaaf.