In Brian De Palma's klassiek geworden verfilming uit 1976 was Carrie –
vertolkt door onconventionele schoonheid
Sissy Spacek – al bepaald geen pukkelige pad. Wel een getormenteerde ziel.
Maar de 'nieuwe' Carrie – in de remake vertolkt door
Chloë Grace Moretz, ofwel Hit-Girl uit
Kick Ass – komt met haar hartvormige gezicht en voluptueuze lippen niet eens
in de buurt van een lelijk eendje. Eerder een volbloed scream queen vermomd als
angstig zwaantje.
Dat is geen toeval: de nieuwe Carrie – de
knullige sequel
The Rage uit 1999 mag snel worden vergeten – mikt op een modern, jeugdig
horrorpubliek en leunt dan ook zwaarder op genre-effecten. Verrassend genoeg
hoeft de remake daarmee niet meteen te worden afgeschreven als verpulpte versie
van het origineel. Dat is te danken aan de intelligente regie van Kimberly
Peirce, die in 1999 debuteerde met het verpletterende
Boys Don't Cry, over een meisje dat zich voor een jongen uitgeeft. Peirce
droeg voor de Carrie-remake meer psychologische bagage aan voor vrijwel alle
personages, een grimmiger ondertoon, en meer functioneel bloed.
Want
wat was ook alweer het verhaal? Bij haar eerste menstruatie wordt de
telekinetisch begaafde Carrie White op school publiekelijk vernederd. Een van de
daders is de knappe, populaire Sue Snell, die uit schuldgevoel haar al even
knappe, populaire vriendje Tommy Ross overhaalt Carrie mee te vragen naar het
eindejaarsbal. Sue's vriendin Chris, die in de nasleep van het Carrie-incident
van het bal wordt geweerd, zint echter op wraak. Carrie, op haar beurt,
evolueert van lelijk eendje naar zwaan, en ten slotte naar met varkensbloed
besmeurde wraakengel.
Als schrandere studie naar goed en kwaad,
huichelarij en geschaad vertrouwen staat Carrie nog altijd als een huis. Een
verschil met de versie uit 1976, is dat de vernedering nu ook viral gaat,
waarmee deze Carrie ook kan worden gerubriceerd als antipestfilm met actuele
urgentie. Daarnaast is De Palma's lustvolle mannenblik door Peirce verruild voor
een meer diepgravende moeder-dochterrelatie.
Opvallendste
toevoeging is de openingsscène, die ook in Kings boek aan de orde komt. Een
baarscène, die Carrie's moeder (
Julianne Moore) vanaf de start een prominentere rol geeft als gestoorde
opvoedster met ernstige Jekyll en Hide-issues, naast haar vertrouwde status als
godsdienstfanatica. Tegenover haar krijgt Carrie's zelfbewustzijn en
strijdbaarheid de kans om te groeien. Naarmate Carrie haar telekinetische gave
ontwikkelt, verkoopt ze vaker en krachtiger nee.
Ondanks de grimmige
grondtoon is er ook nog ruimte gevonden voor knipogen naar horrorklassiekers
als The
Shining en
The Exorcist, en ietwat campy teksten als 'Go to your closet and pray!' Geen
instant klassieker, deze remake, wel een verdienstelijke hervertelling.
Als een kikker tussen een zwerm zwanen, log en bonkig, met pukkels op haar nek, rug en billen. Zo beschreef Stephen King zijn illustere antiheldin Carrie in zijn gelijknamige debuutroman.