De moeder van de elfjarige Stockholmse jongen Mik (Philipp Olsson) is al
enige jaren overleden. Zijn vader is een alcoholistische metaldrummer die niet
voor zijn zoon kan zorgen, Miks oudere broer staat al met één been in de
criminaliteit.
Ice Dragon begint, na een schets van de
gezinssituatie, wanneer Mik door twee weinig empathische
kinderbeschermingsambtenaren op de bus wordt gezet naar zijn tante Lena (Malin
Morgan) op het platteland. Daar sluit hij snel vriendschap met Pi, een kordaat
meisje van Thaise afkomst, en haar twee maatjes. Wanneer hij zich thuis begint
te voelen, wordt hij zonder pardon in een boosaardig pleeggezin geplaatst. Mik
wil slechts één ding: terug naar tante Lena en Pi.
Ice Dragon is zo'
n sympathiek underdogverhaal dat je ook als volwassene heel graag goed wilt
vinden. Maar wanneer het scenario zo'n sloddervossenbende is als hier, wordt dat
knap lastig. De film stuitert in krap tachtig minuten van akte naar akte zonder
zich om de potentieel interessante figuren te bekommeren. Ontkiemt er iets van
dramaturgische cohesie, snelt het verhaal alweer naar het volgende halfgare
hoofdstukje.
Doodzonde dat bijvoorbeeld het ongewone personage van
boekenverslaafde tante Lena in een flutkrabbel blijft steken. Ook pa's
drankzucht ontbeert iedere achtergrond. De gekarikaturiseerde
jeugdzorgambtenaren en vooral de potsierlijke pleeggezinepisode zijn ronduit
storend: aan karakteruitdieping, logica, nuance en ritme is geen enkele aandacht
besteed. De Scandinavische kinder- en jeugdcinema heeft van oudsher een naam op
te houden (we noemen maar eens Pelle Erobreren/
Pelle de Veroveraar of het geweldige Bare skyer beveger stjernene/Sterren
bewegen). Dit dilettantenscenario is die historie onwaardig.
Toch
laat deze Zweedse ijsdraak – de ietwat vergezochte metafoor voor de solitair
dolende walvis waarmee Mik zich verwant voelt – vanwege zijn optimisme een
positief gevoel na. Grotemensenpluspunten: de fraaie 'Scope-fotografie van
Trond Høines en de muziek. Geen aalgladde Hollywoodstrijkertjes en
schijnheilige knuffelbeerliedjes hier, maar melodieuze metalriffs en
sfeerstukken van typisch Noord-Europese melancholie. Die werden hoofdzakelijk
gecomponeerd door Jesper Strömblad, de getalenteerde gitarist die het
succesvolle deathmetalgezelschap In Flames verliet om zijn alcoholisme te
beteugelen (headbangertje Mik draagt overigens een shirt van de band).
Het echte leven en de film gaan nog verder door elkaar lopen wanneer je weet
dat Strömblad ook drummer is bij de metalband HammerFall. Voor de Ice Dragon-
doelgroep heeft dit uiteraard nul betekenis, maar het geeft het eerste
kwartiertje van de film een vreemdsoortig reliëf.
Het beoordelen van een jeugdfilm is altijd een precaire aangelegenheid. Immers, een volwassene laat zich niet meer onbevangen meeslepen en prikt al te naïef vertelde verhalen meteen door. Dat is helaas het geval bij Isdraken oftewel Ice Dragon van de Zweedse regisseur Martin Högdahl, naar het gelijknamige jeugdboek van Mikael Engström.