Maar dat is niet altijd zo geweest, zo is te zien in de prequel Monsters University. Daarin melden de 'tieners' Michael Wazowski (met de stem van Billy Crystal in de originele versie en Kasper van Kooten in de Nederlands nagesynchroniseerde versie) en James P. Sullivan (stem van John Goodman of Jack Wouterse) zich aan Frighton Elementary ('We scare because we care' staat er op de gevel) om de kneepjes van het vak te leren.
Aanvankelijk kunnen ze elkaars bloed wel drinken. 'Als je niet angstaanjagend bent, wat ben je dan voor monster?' werpt de blauw-paarse Sulley de groene Mike voor de voeten. 'Wat je ontbeert, kun je niet leren. Je bent niet eng.'
Het zijn dan ook volstrekte tegenpolen: de een is een opdondertje, vriendelijk , gemotiveerd maar zonder talent; de ander is groot en harig, hooghartig, aartslui maar een natural. De uitkomst is al bekend, maar laat zich sowieso raden. Als je je droom maar hard genoeg najaagt, als je maar graag genoeg wilt, kan alles. Voor het zo ver is, moeten de twee veel van elkaar slikken en leren – dat wel.
Regisseur Dan Scanlon – hij coregisseerde eerder het korte Pixar-filmpje Mater and the Ghostlight – mixt handig de karakteristieken van coming of age met de schoolpleinrituelen uit highschoolfilms en het tegenpolengekissebis uit politiefilms. Hoewel er genoeg te gniffelen valt is de grapdichtheid niet al te hoog. Op de kwaliteit van de 3D valt weinig af te dingen, maar heel veel voegt het ook niet toe. Kort en goed: Monsters University , alweer de veertiende Pixar-productie, mist de brille van Monsters, Inc., zoals de meeste recente Pixar-films wel goed maar bepaald niet geniaal zijn.
De film wordt traditiegetrouw voorafgegaan door een geanimeerd voorfilmpje waarmee Pixar-talent zich kan voorstellen. Het heet The Blue Umbrella, is geregisseerd door Saschka Unseld (die eerder deel uitmaakte van het art department van Toy Story 3), en laat zien hoe een rode en een blauwe paraplu elkaar leren kennen en begeren tijdens een striemende regenbui in de grote stad. Het is zo glad en gelikt dat het een tikje somber stemt over de toekomst van Pixar. Nog niet zo lang geleden maakte de studio films met allure, nu leunt het op vervolgen en prequels, die slechts de merchandise-afdeling volkomen tevreden stellen.
In de Pixar-hit Monsters, Inc. uit 2001 zijn de guitige, eenogige Mike en de enorme, pluizige Sulley onafscheidelijke brothers in crime; samen sluipen ze rond bedtijd kinderslaapkamers binnen om kindertjes de stuipen op het lijf te jagen.