Als hij een oude man (
Jan Decleir) ontmoet, die met zijn vioolspel een foto van Finns in het
kraambed overleden moeder tot leven brengt, wil Finn ook zo betoverend mooi
leren spelen. Daarmee haalt hij zich de woede op de hals van zijn vader (
Daan Schuurmans), die hem liever ziet voetballen met de andere jongens van
de Drentse veengronden.
Een jongen met een raaf. Die een talent
ontdekt dat verborgen was door een beladen herinnering aan een ontbrekende ouder
. Die geesten kan zien. Finn doet respectievelijk denken aan Kauwboy, Lang leve
de koningin en The Sixth Sense.
Toch heeft de film een heel eigen
gezicht, dankzij de grote thema's die worden aangesneden en de terloopse manier
waarop er wordt toegewerkt naar een finale die het traditionele kerstverhaal
gewiekst naar de eigen hand zet.
Maar het duidelijkst aanwezig is
de liefdevolle hand van veteraan Frans Weisz – die met zijn hoofdfiguur het
gemis aan herinneringen aan een ouder deelt. Zijn fijnzinnige regie bestrijkt
een breed register aan middelen: soepeltjes schakelend van intiem naar episch.
Met het landschap als een natuurlijke omlijsting voor personages die hij
fluisterend en zwijgend tot de verbeelding laat spreken.
Dat
neemt niet weg dat het script ondanks een paar mooie wendingen op sommige punten
ook erg standaard is. Zoals in zoveel Nederlandse kinderfilms ontbreekt een
ouder en gaat het over 'anders zijn'. De moraal zou in een damesblaadje niet
misstaan: 'Een leven zonder dromen is als een tuin zonder bloemen.' Het witte
paard is er aan de manen bijgesleept. En Weisz had best wat meer aandacht mogen
besteden aan het vaak knullig ogende vioolspel.
Grootste
struikelblok is de grote crux over wie de geheimzinnige vioolspeler is. Die doet
een wel erg ruimhartig beroep op de verbeeldingskracht van de kijker. Het
pleidooi om te dromen dekt het onlogische gat in het verhaal namelijk niet
helemaal.
Het is allemaal overkomelijk dankzij Weisz' betoverende
regie. Die is lichtjaren filmischer dan de regie in menige jeugdfilm waarin
alles aan elkaar wordt gepraat.
In de naar hem vernoemde kerstfilm wordt de fijn gebouwde, negenjarige Finn (nieuwkomer Mels van der Hoeven) geflankeerd door een zwarte raaf en een wit paard. Finn is dan ook geen doorsnee kinder(anti)held, maar een kerstkind met mythologische trekjes, geboren tussen midwinternacht en Nieuwjaar. Hij is de schakel tussen dood en leven, droom en werkelijkheid.