Clint Eastwood deed een halve poging in
Hereafter (2010), de Spaanse regisseur Juan Antonio Bayona (El orfanato)
doet een hele poging in The Impossible.
De Bennetts zijn een Brits
gezin van vijf op vakantie in Khao Lak, Thailand. Hoewel de kust vlakbij is
liggen ze aan het zwembad van het hotel. En dan spoelt de tsunami over ze heen
en rukt het gezin uit elkaar.
De film volgt eerst moeder Maria (
Naomi Watts) en oudste zoon Lucas (Tom Holland). We zien hoe ze hulpeloos
worden meegesleurd en op obstakel na obstakel botsen. Totdat de vloedgolven (het
waren er meer dan een) gaan liggen, en er niets anders is dan puin en
verwoesting.
Het is moeilijk meer over het verhaal te vertellen
zonder te veel weg te geven. Al kan iedereen op zijn vingers natellen – hier
beginnen de spoilers – dat ook de vader de ramp overleefd heeft. Hij wordt
immers gespeeld door
Ewan McGregor.
De tweede helft van The Impossible, waarin we
vooral McGregor volgen, wordt besteed aan de pogingen van de Bennetts weer bij
elkaar te komen. Het is niet het sterkste gedeelte van de film. De kracht ligt
– gelukkig maar – bij de beelden van de tsunami zelf. Bayona wilde zo min
mogelijk computereffecten in zijn film en liet een enorme watertank bouwen. Je
kan zien (en voelen) dat actrice Naomi Watts ligt te spartelen in echt water, en
niet doet alsof voor een green screen.
Zoals iedere rampenfilm
kiest Bayona ervoor overlevers te volgen. Waarmee je onwillekeurig optimistisch
eindigt. Dat is nogal wrang als je bedenkt dat de tsunami zo’n 230.000
slachtoffers heeft gekost, maar Bayona komt ermee weg. Zijn film is dan ook geen
reconstructie van de ramp, maar een lofzang op de onvermoede krachten die
worden losgemaakt bij gewone mensen in ongewone omstandigheden.
Iedereen kent de amateurbeelden van de verwoestende tsunami van 26 december 2004 nog. Hoe de Indische Oceaan na een zeebeving een muur van water optrok en kust na kust verwoestte. Probeer dat maar eens na te bootsen in een film.