In zijn bijna twintig films voerde Jordan weerwolven, spoken en waternimfen
op, lugubere moordenaars, verknipte gelovigen, eenzame transgenders en bezeten
verzetsstrijders. Typisch Jordan zijn de smachtende homovampiers uit zijn meest
succesvolle film:
Interview with the Vampire. Dat hij in zijn nieuwste film Byzantium weer
een stel tobbende bloedzuigers opvoert, hoeft niet te verrassen.
Inhoudelijk hebben de twee vampierfilms veel van elkaar weg: de mystiek en
melancholie, de broeierige erotiek en bloedige geweldserupties. Maar waar
Interview with the Vampire operatesk van toon was, is Byzantium ingetogener. De
gotische romantiek wordt ingedamd door een sociaal-realistische setting.
Gemma Arterton en
Saoirse Ronan spelen moeder Clara en dochter Eleanor, die al zo'n
tweehonderd jaar door Engeland zwerven, zo nu en dan een onfortuinlijke
omstander leegzuigend om in leven te blijven. Vooral Eleanor doet dit met
stijgende tegenzin en kan het niet verdragen haar verhaal nog veel langer voor
zich te houden. Dat leidt tot de nodige toestanden wanneer ze hun intrek nemen
in een ingedut kustplaatsje.
Sinds Interview with the Vampire heeft
het vampiergenre natuurlijk niet stilgestaan. Om daar anno 2013 nog iets
origineels aan toe te kunnen voegen, moet je van goeden huize komen. Slaagt
Jordan hier met Byzantium in?
Ten dele. De poëtisch-realistische
benadering brengt het Zweedse bloedzuigerdrama
Let the Right One In in herinnering, maar werkt ook hier goed. Er is wel wat
luguber hak- en zaagwerk, maar de nadruk ligt op het verhaal, waarin al te
grote vampierclichés handig worden vermeden. En het vrouwelijke perspectief is
verfrissend – Arterton en Ronan leveren mooi werk als respectievelijk
verbitterde tough bitch en vermoeide tiener-op-leeftijd.
Maar een
genreklassieker is Byzantium daarmee nog niet. Eerder gewoon een typische Neil
Jordan-film: niet geweldig, maar kundig verteld en memorabel eigenzinnig.
Het oeuvre van regisseur Neil Jordan mag van wisselende kwaliteit zijn, inhoudelijk is het in ieder geval vrij consistent. Misschien is het zijn Ierse bloed: Jordan vertelt graag volksverhalen, fantastisch dan wel realistisch, maar altijd doortrokken van een zekere mystiek en regenachtige melancholie. Zijn hoofdpersonen zijn mythisch, excentriek of op z'n minst flink gefrustreerd – en niet zelden allemaal tegelijk.