Zijn routineuze leven raakt uit het lood als een mooie, mysterieuze vrouw van
middelbare leeftijd zich aan hem opdringt. Ze is zijn moeder, zegt zij. En ze
vraagt hem om vergeving voor het feit dat ze hem na zijn geboorte aan zijn lot
heeft overgelaten. 'Wat bazel je!?' luidt Kang-do's reactie. 'Je bent compleet
geschift!'
De vrouw blijft hem achtervolgen, ook tijdens zijn wrede
dagelijkse werkzaamheden. Sterker: ze geeft zijn slachtoffers een trap na als
die hem, terwijl ze half dood op de grond liggen met verbrijzelde botten, hel en
verdoemenis wensen.
Er groeit iets van een band tussen de twee; ze
eten samen, maken uitstapjes en delen een bed. En ze praten. 'Wat is geld?'
luidt de filosofische vraag van de onaangepaste straatjongen.
'Het begin
en het einde van alle dingen,' antwoordt de vrouw. 'Liefde, eer, geweld, woede,
haat, jaloezie, wraak, dood…'
'Wraak?' vraagt hij.
'Ja, wraak,' weet
zij.
Wraak is een gerecht dat koud wordt opgediend in Pieta, alweer
de achttiende film van de Zuid-Koreaanse autodidact Kim Ki-duk, die furore
maakte met even wrede als poëtische werken als
The Isle,
Spring, Summer, Fall, Winter... and Spring en
Bin-jip.
Een piëta (in het Italiaans 'pietà', wat 'compassie'
betekent) is een voorstelling van Maria, rouwend bij de overleden Jezus Christus
. Van een wanhopige moeder met haar vermoorde zoon. Wat doet zo'n moeder als
haar kind iets is aangedaan? Waartoe is zij dan in staat? En waartoe leidt dat
dan weer?
Bij Kim Ki-duk leidt geweld tot meer geweld; tot een
schier oneindig spoor van bloed. Onontkoombaar. Zo is de extreem kapitalistische
wereld waarin wij leven nu eenmaal. Zo is de verhouding tussen de haves en have
-nots. Kang-do doet slechts zijn werk, op een klinische manier. Hij moet toch
ook geld verdienen. Hij moet toch ook leven; het is eten of gegeten worden.
Hoewel zijn gruwelijke daden niet of nauwelijks expliciet in beeld worden
gebracht, is de suggestie zo sterk dat sommige scènes niet om aan te zien zijn
– subtiliteit is nu eenmaal nooit de grootste kracht van Kim Ki-duk geweest.
Het zijn slechts kanttekeningen; bewondering overheerst, voor een bepaald
onalledaagse wraakfilm én een verontrustende moraliteit ineen.
Dat
vond ook de jury van het festival van Venetië; die bekroonde Pieta het afgelopen
najaar met de Gouden Leeuw, de prijs voor de beste film. Het zorgde niet alleen
maar voor applaus.
Lee Kang-do, een ijskoude, sadistische jongeman, zorgt er in de achterbuurten van Seoul weinig zachtzinnig voor dat arme ploeteraars hun oplopende schulden voldoen. Uiterlijk onbewogen breekt hij hun botten of duwt hij ze van drie hoog van een gebouw in aanbouw. Hoger is ook weer niet handig, ze moeten wel blijven leven, zodat de verzekeringspremie kan worden geïnd.