Het jaar ervoor was hij samen met collega
Jafar Panahi (bekend van bekroonde films The Circle en Offside) opgepakt
door de veiligheidsdienst vanwege hun werk aan een film over de massale
protesten na de betwiste presidentsverkiezingen van 2009, die harde-lijner
Ahmadinejad aan de macht brachten. Beiden kregen een beroepsverbod opgelegd en
werden veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar, later omgezet tot een
jaar voor Rasoulof en huisarrest voor Panahi.
Nadat Rasoulof een
tijd in Duitsland woonde, keerde hij september vorig jaar terug naar Iran, toen
de gematigder president Rohani aan het roer kwam. Zijn paspoort werd niettemin
meteen weer ingenomen. Enkele maanden voor zijn terugkeer was Rasoulof nog wel
in Cannes om daar de FIPRESCI-prijs van de internationale filmkritiek in
ontvangst te nemen voor zijn nieuwste, deels clandestien in Iran gedraaide
Manuscripts Don't Burn: de vijfde speelfilm in een verboden oeuvre.
Daarin volgt Rasoulof enkele mannen van de veiligheidsdienst die jacht maken op
een schrijver en diens manuscripten over een – waargebeurde! – poging tot moord
van de veiligheidsdienst, in 1996, op een bus vol prominente, dissidente
Iraanse schrijvers tijdens een reis naar Armenië.
Droog observerend
registreert Rasoulof de alledaagse handelingen waarin het kwaad zich
manifesteert. Een beul met geldzorgen eet met een collega een broodje op de
kofferbak waarin een geblindeerde dissident ligt. Niet alleen de schrijver, ook
de veiligheidsman legt verklaringen af over zijn leven. Beiden lijken in
surreële, zinsbegoochelende fracties van seconden hun stem kwijt.
Manuscripts Don't Burn is een beklemmende protestfilm over het belang van het
hebben én gebruiken van een stem – om zicht te houden op gerechtigheid in een
bleke wereld waar (zelf)censuur van burgers wezenloze mensen maakt.
De titel van de film is ontleend aan een beroemde sleutelzin uit de klassieke
satire 'De Meester en Margarita' van de Russische schrijver Michail Boelgakov
die lange tijd ongepubliceerd bleef onder het communistische regime. Want een
kunstenaar die niet vrij getuigt van de wereld waarin hij leeft, bestaat niet.
De titel slaat wat dat betreft evenzeer op de personages als op Rasoulof zelf.
Credits ontbreken grotendeels om de medewerkers aan de film te beschermen.
Toen de Iraanse cineast Mohammad Rasoulof (1972) in 2011 de regieprijs van het Un Certain Regard-programma in Cannes won voor zijn film Goodbye – over een jonge, uit haar ambt gezette advocate die bevoogdende instanties afstruint voor een uitreisvisum – mocht hij het land niet uit om die prijs op te halen.