Superman heeft z’n kryptonite, Spiderman z’n puberhormonen, en Dracula blijkt
ook maar een mens. Wel eentje die als de vijftiende-eeuwse tiran Vlad the
Impaler duizenden en duizenden mensen over de kling joeg om de orde in
Transsylvanië te herstellen, maar dat zien wij alleen in gepolijste flashbacks
waarin geen druppel bloed vergoten wordt. Wat we wel zien is een sympathieke
Luke Evans als een huiselijke Vlad, die ondanks zijn onophoudelijk gefronste
wenkbrauwen zielsveel van zijn vrouw en zoon houdt.
Dankzij die
duizenden en duizenden doden die volgens de legende allemaal op palen gespietst
werden, heerst al jaren rust en welvaart in Transsylvanië. Dat wil zeggen, tot
de machtige Ottomaanse sultan Mehmed II aan de poort staat – gespeeld door de
Britse acteur
Dominic Cooper, die flink met een zelfbruinende crème heeft liggen stoeien
– en duizend jongetjes voor zijn legers eist. Onder wie Vlads zoon. Anders is
het oorlog.
Om de Turkse legers te kunnen verslaan, trekt Vlad de
bergen in op zoek naar een monster met bovenmenselijke krachten, dat hij een
paar dagen eerder toevallig tegen het lijf liep. Dat die krachten überhaupt
overdraagbaar zijn door besmetting weet hij dan nog niet, wat de hele
onderneming nogal vaag maakt. Enfin, deze oervampier zat daar blijkbaar al een
tijdje op Vlad te wachten, en biedt hem een driedaagse proefperiode als vampier
annex supermens aan, die permanent wordt als Vlad zich niet weet te beheersen en
bloed drinkt. Na de gebruikelijke gewetenswroeging accepteert Vlad, al was het
maar omdat het in het scenario stond.
Honderd miljoen dollar kreeg
debutant Gary Shore om een film te maken over de bekende bloedzuigende vampier.
Zelfs in Hollywood nog steeds geen klein bedrag. Desondanks maakt Shore dezelfde
fout als eerder de makers van Van Helsing en The Mummy en nog een dozijn
flinterdunne fantasy flicks: een stortvloed aan goedkope cgi-effecten, zoveel
anonieme tegenstanders dat het spietsen van nog een lichaam je helemaal niks
meer doet en nul geduld voor karakterontwikkeling.
De beroerde regie
wordt alleen overtroffen door het nog beroerdere scenario, waarin elke
plotwending gekunsteld voelt en elk onsje drama onderstreept wordt met ijzig en
op den duur lachwekkend geschreeuw. Erger nog: er vloeit geen druppel bloed in
dit zielloze, voor een tienerpubliek gekuiste gotische sprookje, en voor een
vampierenfilm is dat dodelijk.
Dracula Untold zou de origin-story moeten zijn van een van de belangrijkste horrormythes ooit bedacht, maar draait uit op een bloedeloos cgi-spektakel.