Hun vader ligt namelijk depressief in bed of dwaalt rond in de rode jurk van
zijn betreurde vrouw. Aan Lucas heeft Nino overigens ook niet veel; die hangt
nachtenlang op straat met zijn vrienden. Nino zelf slaapt in een tentje in de
tuin, naar school gaat hij niet. Lief en leed deelt hij met zijn konijn Bobby,
met wie hij zomaar opeens blijkt te kunnen praten.
Het scenario van
Het leven volgens Nino – de openingsfilm van het Cinekid Festival – is
geschreven door de Pools-Nederlandse
Urszula Antoniak, die furore maakte met compromisloze artfilms als
Nothing Personal en
Code Blue. De regie is van
Simone van Dusseldorp, die onder meer het geslaagde
Kikkerdril maakte voor de kleintjes, en de Jan Terlouw-verfilming
Briefgeheim voor wat oudere kinderen.
Het resultaat van hun
samenwerking is navenant onevenwichtig: een volwassen sprookje voor kinderen dat
op net teveel gedachten hinkt.
Belangrijke thema’s zoals de dood,
rouw en eenzaamheid worden mooi terloops, maar serieus behandeld. Van jeugdzorg
(‘wij helpen ontwrichte gezinnen’) is dan weer een karikatuur gemaakt; de
instantie verandert het Jan Steen-huishouden van de Van Doorns in een soort Big
Brother-huis, vol camera’s, om het reilen en zeilen in kaart te brengen. Die
onorthodoxe methode blijkt nog te werken ook; alle problemen verdwijnen als
sneeuw voor de zon.
Zijn pratende konijn – het knaagdier heeft de
stem van cabaretier Ronald Goedemondt;
Brigitte Kaandorp,
Martin van Waardenberg en
Marc-Marie Huijbregts lenen hun stem aan een paard, een hond en een
motvlinder – werkt zalvend voor Nino’s zielepijn. Het innemende joch reflecteert
nogal wijsneuzerig op zijn leven, ook in voice-over, zoals kinderen eigenlijk
alleen maar in films doen.
Die vermenging van stijlen – van quirky
coming-of-age en didactisch rouwverwerkingsdrama tot blijmoedig sprookje – en
het feit dat alles kan, is tegelijkertijd de zwakte én charme van Het leven
volgens Nino.
‘Ik ben psychisch beschadigd en ik heb rust nodig,’ antwoordt de achtjarige Nino van Doorn gevat als de buurvrouw hem vraagt waarom hij niet op school is. Zij is bezorgd, en niet ten onrechte. Een jaar geleden is Nino’s lieve moeder omgekomen; sindsdien zijn Nino en zijn puberbroer Lucas op zichzelf aangewezen.