Na twee uitstapjes in respectievelijk Californië en Hawaii (voor
Sideways en
The Descendants) keert regisseur Alexander Payne voor zijn nieuwste film
terug naar de slaapstadjes en uitgestrekte korenvelden van zijn geboortestaat
Nebraska. Waar hij ook zijn films
Citizen Ruth,
Election en
About Schmidt draaide.
Acteur
Bruce Dern (77) speelt, na een leven van bijrollen in goede en hoofdrollen
in slechte films, eindelijk de rol van zijn leven als de geestelijk verwarde
Woody Grant, die per se naar Lincoln, Nebraska, wil om daar de miljoen dollar op
te halen die hem in een neploterij beloofd is. Omdat Woody niet te stoppen is,
besluit zoon David (mooi ingehouden gespeeld door
Will Forte, van de komische tv-serie Saturday Night Live) hem te vergezellen
.
Het in stemmig zwart-wit geschoten Nebraska gaat samen met Woody
en David terug in de tijd. Onderweg naar Lincoln stoppen ze in Woody's
geboortedorp Hawthorne, waar David meer over zijn vaders verleden te weten komt
en het nieuws dat Woody een miljoen heeft gewonnen maar wat graag wordt geloofd
door Woody's achtergebleven familie en vroegere vrienden.
Regisseur Alexander Payne (1961) slaagt er als geen ander in de kijker te laten
houden van stugge, lompe, in zichzelf gekeerde personages. Van de egocentrische
wijnkenner Miles (
Paul Giamatti) in Sideways tot de angstige pensionado Warren (
Jack Nicholson) in About Schmidt. En nu dan van de alcoholische, verwarde
Woody.
Payne koppelt regelmatig humor aan drama, en weet, juist
omdat hij erin slaagt beide geloofwaardig te houden, met het melancholieke
meesterwerk Nebraska zowel te amuseren als te ontroeren. Hij wordt daarbij
geholpen door het over de hele linie sterke acteren en het prachtig uitgebeende
script van
Bob Nelson.
Nelson, die jaren meespeelde in en teksten schreef
voor de komische tv-serie Almost Live!, is de ideale scriptschrijver voor Payne
. Ook hij combineert bijna achteloos humor en diepe emotie. En Nelson is een
meester in het schrijven van korte, krachtige zinnen. Neem Woody's tekst als hij
in zijn ouderlijk huis terugkomt en zich het volgende herinnert: 'Dit was de
slaapkamer van mijn ouders. Ik kreeg met de broekriem toen ze ontdekten dat ik
daar geweest was. Afijn, niemand zal me nu nog slaan.' Een wereld van pijn en
een ongelukkige jeugd in slechts een handvol woorden.
Nebraska zit
vol met dergelijke fraaie zinnen en aangrijpende scènes. En is op die momenten
zo goed geslaagd, dat we Payne zijn soms doorgeslagen gebruik van slapstick (de
twee neefjes van Woody) met een glimlach willen vergeven.
Nebraska is een heerlijk en eerlijk drama over knellende familiebanden, niet ingeloste verwachtingen en verloren levens. Bitterzoet, levensecht en – typerend voor het oeuvre van Payne – ondanks alles opbeurend.