In een enigszins geromantiseerde vertelling volgt Coninx, die in 2009 met
Soeur Sourire al het leven van de zingende Belgische kloosterzuster Jeannine
Deckers verfilmde, Rocco's moeizame tocht naar succes. Gelukkig is zijn
kindertijd in het zonovergoten Calabrië, maar met de verhuizing naar het grauwe
Limburg, waar zijn vader zoals zoveel arme Italianen in de mijnen werkt, begint
de ellende.
Weggestopt in smerige barakken zijn de
mijnwerkersfamilies vooral op elkaar aangewezen. En als vreemdeling die de taal
niet spreekt, wordt Rocco veelvuldig gediscrimineerd. Een 'spaghettivreter' is
hij in de ogen van de Vlamingen, slechts een paar jaar te gast in België.
In de muziek vindt Rocco uiteindelijk zijn broodnodige uitlaatklep. Met zijn
hese stem en volkse accordeonspel maakt hij al snel indruk, zowel op de
muziekindustrie als op de meisjes. Trots is zijn norse vader (gespeeld door
La meglio gioventù-acteur
Luigi Lo Cascio) echter allerminst op hem. Hij eist van zijn zoon dat die
een echt beroep leert en de lokale blondines met rust laat.
Zijn
onmogelijke relatie met de Vlaamse Helena (de immer charmante
Evelien Bosmans) en de strijd met zijn zwoegende vader vormen uiteindelijk
het hart van de film. Vernieuwend is dat natuurlijk allerminst. Je kunt het
klassiek noemen, maar ook clichématig en voorspelbaar. Storend is een aantal wel
heel karikaturale personages, zoals Helena's rijke vriendje, die niet zou
misstaan in een Flodder-aflevering.
Regisseur Coninx kleurt
vakkundig en braaf tussen de lijntjes, zonder ook maar ergens te verrassen. En
toch is Marina geslaagd als biografisch portret, zij het met de hakken over de
sloot. Door al vroeg te stoppen bij Rocco's grote doorbraak in 1959, maakt
Coninx er een mooi afgebakend verhaal van. En de 26-jarige
Matteo Simoni sprankelt als Rocco, met zijn stralende ogen en zichtbare
liefde voor de muziek.
Maar het fraaist is Marina als eerbetoon:
niet aan Rocco Granata, maar aan een hele generatie Italiaanse immigranten.
Eind jaren vijftig scoorde de Italiaans-Belgische zanger Rocco Granata een wereldwijde hit met het B-kantje Marina. Duizenden dochters werden vervolgens naar het aanstekelijke poplied vernoemd, maar door de jaren heen kwam hun naam in België steeds meer synoniem te staan voor 'ordinair meisje'. Regisseur Stijn Coninx (Daens) biedt hen met zijn biografische film eindelijk eerherstel.