Dwight lijkt jaren op dit moment te hebben gewacht. Hij zint op wraak. Maar waarom? En wat is hij precies van plan?
Het antwoord op die vragen wordt in de Amerikaanse thriller Blue Ruin tergend langzaam uit de doeken gedaan . Het moet maar meteen gezegd: als de eindjes eenmaal aan elkaar zijn geknoopt en de onvermijdelijk explosieve finale is bereikt, blijkt het verhaal niet al te veel om het lijf te hebben. Maar dat geeft eigenlijk niet. De film draait om de zinderende route naar die finale toe.
Blue Ruin deed het goed op festivals, en werd daar geregeld vergeleken met Blood Simple, de debuutfilm van Joel en Ethan Coen. Voorstelbaar: net als de hoofdpersoon in die film is Dwight geen keiharde killer, maar eerder onhandig en impulsief. En net als de meeste Coen-protagonisten heeft hij het geluk niet aan zijn kant: in Blue Ruin domineert de wet van Murphy. Vanwege zijn pech – én de sympathieke uitstraling van hoofdrolspeler Macon – ben je bereid met hem mee te leven, al houdt hij voortdurend iets raadselachtigs.
Maar naast het werk van de Coens is regisseur/scenarist/cameraman Jeremy Saulnier duidelijk ook gecharmeerd door genrefilms uit de jaren zeventig, van makers als John Carpenter en Sam Peckinpah. Blue Ruin is een pulpthriller verpakt als arthouse-drama: zorgvuldig opgebouwd, sfeervol gefilmd, onafgebroken spannend en af en toe onverwacht gruwelijk.
De internationale zegetocht van de film – met als hoogtepunt de FIPRESCI-prijs vorig jaar in Cannes – lag niet direct voor de hand. Saulnier maakte eerder enkel de obscure low-budget horrorkomedie Murder Party, en op basis daarvan kon hij nergens financiering vinden voor zijn volgende project. Blue Ruin werd ten slotte gemaakt met wat eigen spaargeld plus een kleine 40.000 dollar die werd opgehaald via Kickstarter. Hoe dat verliep, is te lezen in dit amusante artikel van Saulnier zelf.
Dwight is een schichtige dertiger met een onverzorgde baard en gepijnigde blik, die in zijn gare, blauwe auto in de duinen woont. Op een dag wordt hij opgehaald door een vriendelijke agente. Op het bureau overhandigt ze hem een krant en licht toe: 'Ik wilde niet dat je alleen zou zijn als dit nieuws je bereikte. Hij wordt binnenkort vrijgelaten.'