Waar de beurshandelaar uit ' The Wolf' door en door verdorven was, en de aan aids lijdende cowboy uit ' Dallas' het morele gelijk aan zijn kant wist, is oplichter Irving Rosenfeld (een glansrol van Christian Bale) in 'Hustle' de meest kleurrijke tussenfiguur. Verdorven als 'de wolf', maar met een goede reden en aanmerkelijk discreter. Een opportunist pur sang. Maar wel een deksels creatieve.
Alleen al de openingsscène, waarin Christian Bale met buik, baard en bril voor de spiegel het kalende hoofd van zijn personage wegwerkt, is een briljante metafoor voor de kunst van het sjacheren: bewerkelijk, opzichtig, maar effectief. Het is dat zelfvertrouwen waar zijn latere minnares, soulmate en zakenpartner Sydney Prosser ( Amy Adams met naveldiep decolleté en vals Brits accent) voor valt. Maar Irving zou Irving niet zijn als hij niet ook gewoon getrouwd blijft met z'n manipulatieve Rosalyn (een lekker dellerige Jennifer Lawrence).
Na The Wolf of Wall Street en Dallas Buyers Club is Golden Globe-winnaar American Hustle het derde – en beste – zwartkomische drama binnen een maand met een sjacheraar in de hoofdrol. Alle drie de films zijn gebaseerd op historische figuren en gebeurtenissen uit respectievelijk de jaren negentig, tachtig en zeventig. Toch gaat het om drie behoorlijk verschillende types.
De zaken worden pas echt ingewikkeld als FBI-agent Richie DiMaso ( Bradley Cooper, die ook met zijn kapsel knoeit) het duo op heterdaad betrapt . In ruil voor strafvermindering dwingt hij hen mee te werken aan de ontmaskering van een handjevol collega-oplichters. Maar al rap blijkt ook DiMaso een sjacheraar, die zijn ambities vlotter opschroeft dan Irving de risico's ervan kan overzien. Als dan ook nog de beide vrouwen – in met Golden Globes beloonde rollen – zich als onberekenbare loeders gedragen, levert dat bloedspannende sleutelmomenten op in het hart van de film.
Regisseur David O. Russell ( The Fighter, Silver Linings Playbook) knoopt het losjes op de Abscam-operatie gebaseerde verhaal over manipulatie, liefde en ambitie behendig aan elkaar. Het resultaat is een soort Pulp Fiction-light – minder origineel natuurlijk, en zonder het morsige geweld, maar wel met elkaar lustig bespelende, campy personages, onwaarschijnlijke situaties en vermakelijke dialogen. Met als pièce de résistance een hardnekkig terugkerende anekdote over vliegvissen. In combinatie met de sterke rollen en slimme plotwendingen, maakt dat American Hustle tot een gevaarlijk verleidelijke film en een serieuze Oscarkandidaat.