Hoe maak je een klassieke musical kapot in drie stappen? Als deze desastreuze remake van het verhaal over het weeskindje Annie flopt, en die kans is groot, dan kunnen de makers in ieder geval dat handboek schrijven.
Niet dat de versie die John Huston in 1982 maakte geen problemen had, maar
dit grenst aan automutilatie. Alsof de makers de onbedwingbare behoefte hadden
de film te verminken. Op papier zag het er allemaal nog aardig uit. Annie zou
niet meer de roodharige deugniet uit de eerdere versie zijn, maar gespeeld
worden door Quvenzhané Wallis, de kleine Hushpuppy uit Beasts of the Southern
Wild, die over de hele wereld harten veroverde en bijna een Oscar mee naar huis
nam. En dan die liedjes, waaronder 'Tomorrow' en 'It's the Hard Knock Life',
klassiekers die zelfs de meest verstokte musicalhaters zijn bijgebleven.
Wie die herinneringen koestert, moet deze film niet gaan zien. En moeders, hou
je kinderen binnen als je ze enig muzikaal gevoel wilt meegeven. Die liedjes –
deprimerend slecht geplaybackt – lijken door een soort DiscoMaster 2000 te zijn
gehaald, want onder elk nummer is een zielloze beat geplakt. Omdat pijn aan de
oren niet masochistisch genoeg was, worden veel van die nummers ook nog even
kapot gedanst door ongeïnspireerde acteurs met vastgespijkerde glimlachen en
blinkt de montage uit door een nu al legendarisch slecht gevoel voor ritme.
Minstens even kunstmatig eigentijds is het rommelige verhaal. Er wordt
getwitterd. Katy Perry wordt genoemd. En Jamie Foxx mag als de telecommiljardair
die Annie uit de klauwen van haar boosaardige opvangmoeder redt – gespeeld door
Cameron Diaz trouwens, die blijkbaar ook weer op de lijst stond om een rol te
krijgen – een houterige speech afsteken over de Amerikaanse droom. Want elk
weeskind kan toch gered worden door de miljardair waar ze op straat per ongeluk
tegen aanbotst? Anders is het gewoon je eigen schuld, kleuter. Enfin, waarom het
allemaal goed afloopt is niet duidelijk, stond in het script waarschijnlijk,
maar de plotwendingen overtuigen geen seconde. En dat finale dansnummer, mijn
god. Niet doen.
Arme Quvenzhané Wallis. Wist Benh Zeitlin in Beasts
of the Southern Wild haar schattigheid nog te doseren, Will Gluck smeert die
cuteness hier lagen dik over het beeld door de jonge actrice in bijna elk shot
voor de camera te halen. Niemand die zag of hoorde dat ze geen zangeres, en
zeker geen danseres is. Zoals de makers ook elke andere plank in deze houten
ruïne van een musical hebben misgeslagen.