Terwijl
Richard Linklater over een periode van twaalf jaar Boyhood filmde, legde
Hoogendijk zich tussen 2003 en 2013 toe op de honderdduizend details van de
immense metamorfose van het Rijksmuseum. Wat film je dan? En wat kies je
uiteindelijk uit al die uren ruw materiaal? Hoogendijk koos voor de gezichten.
Die vormen de rode draad die de evolutie van de verbouwing weerspiegelen.
Die verbouwing blijkt een project met een eindeloze reeks vergaderingen en
vergunningaanvragen, kunst die wel of niet opnieuw tentoongesteld zal worden,
conflicten over smaak, het slopen van ongewenste elementen, frustraties als de
boel weer eens wordt stilgelegd omdat vergunningen niet verleend zijn,
kostenramingen en -overschrijdingen en de eindeloze soap over de fietserstunnel
.
En ondertussen zien we dus steeds die gezichten. Van directeur
Ronald de Leeuw, die de verbouwing inzette maar na de zoveelste vertraging in
2008 vertrok. Van de Spaanse architecten die eerst meewarig de openbare
bijeenkomsten met de Fietsersbond bijwonen, maar later het Nederlandse
poldermodel en Alva's vertrek uit Holland vervloeken. Prachtig moment: als
afgevaardigden van het bouwbedrijf een kostenschatting komen geven die
tientallen miljoenen boven de verwachting ligt. Nog nooit de temperatuur in een
vergaderkamer zo snel zien zakken.
Anders dan Johannes Holzhausens
tandeloze Das Grosse Museum, over de verbouwing van het Kunsthistorisches Museum
in Wenen (net als Het Nieuwe Rijksmuseum recent op IDFA vertoond), laat
Hoogendijks film ook het drama en het botsen van ego's zien. Dat wil je ook zien
. Want geen enkel project van zo'n omvang verloopt pijnloos.
Maar de
echte kracht van de film is dat achter al het gesteggel de liefde voor de kunst
en het gebouw voelbaar blijft. Die lees je af aan de gezichten van de curatoren
en de genegenheid waarmee ze over de collecties praten. Fascinerend hoe de
sloophamer van de verbouwing zich verhoudt tot de fluwelen handschoenen waarmee
zij hun werk doen. Niet dat Hoogendijk zo'n vergelijking forceert. Die laat het
oordeel aan de kijker. De film koestert z'n heldere evenwicht tussen drama en
distantie.
De opzichter die tien jaar lang op het terrein woonde
om duiven en vandalen te verjagen, noemt het gebouw even belangrijk als de vrouw
die hij gehad zou kunnen hebben. Want inderdaad: hij heeft geen vrouw. Hij
heeft het museum. En zij vraagt totale overgave.
*De eerste
filmversie van Het Nieuwe Rijksmuseum, uit 2008, toonde de eerste vijf jaar van
de verbouwing. Daarna volgde een vierdelige serie, en nu is er deze definitieve
versie, die door een andere montage een nieuwe focus kreeg, en veel nieuw beeld
bevat.
Oeke Hoogendijks monumentale verslag Het Nieuwe Rijksmuseum - De film* past bij de grandeur van Nederlands beroemdste museum: het is groots, heeft een lange geschiedenis, verbergt schoonheid, verdriet en rijkdom, oogt zakelijk en nauwkeurig. En net als het gebouw zal het de tijd weerstaan.